De export van landbouwproducten uit tropische gebieden naar China, de VS, het Midden-Oosten en Europa is drie keer schadelijker voor de biodiversiteit dan eerder werd gedacht. Onderzoeksters van de Technische Universiteit van München (TUM) en het Zwitserse Instituut voor Technologie Zürich (ETH Zürich) hebben dit nu aannemelijk kunnen maken door na te gaan hoe de landbouwexport van 1995 tot 2022 de veranderingen in het landgebruik in de producerende landen beïnvloedde. Vooral Brazilië, Indonesië, Mexico en Madagaskar worden getroffen door het verlies van soorten.
Het is al lang bekend dat intensief landgebruik in tropische gebieden effect heeft op de biodiversiteit daar, maar volgens onderzoekers van TUM en ETH Zürich wordt de rol van handel ook al lang onderschat. Tot nu toe werd aangenomen dat 20% tot 30% van het biodiversiteitsverlies daar te wijten was aan de landbouwexport.
Livia Cabernard, hoogleraar duurzaamheidsbeoordeling van voedsel- en landbouwsystemen aan de TUM, en collega’s hebben nu aannemelijk kunnen maken dat de invloed van de internationale handel meer dan 90% van het verlies heeft veroorzaakt tussen 1995 en 2022 ontstaan door de omvorming van natuurgebieden tot landbouwgebieden.
Voor het onderzoek gebruikte de onderzoeksters gegevens die de wereldeconomie onder meer opsplitsen in sectoren, regio’s en ecologische effecten. Een belangrijk verschil met eerdere onderzoeken is dat op basis van satellietgegevens is gekeken naar de gehele ontwikkeling van een gebied, ook na het einde van de bebouwing. Oudere modellen hielden geen rekening met braakliggende terreinen. Permanent verlies van soorten en de tijd die nodig is voor herstel van een ecosysteem waren daarom ook niet terug te vinden in eerdere onderzoeken, stellen de onderzoeksters.
Het model dat ze gebruikten geeft ook handelsstromen weer en laat zien hoe deze het landgebruik in verschillende regio’s beïnvloedden. Bijna 80% van de veranderingen in landgebruik in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, Afrika, Zuidoost-Azië en in de regio van de Stille Oceaan waren het gevolg van de toegenomen landbouwexport in de onderzochte periode.
Die landbouwproducten gingen naar China (26%), de VS (16%), het Midden-Oosten (13%) en Europa (8%). Deze ontwikkelingen spelen vooral in Brazilië, Indonesië, Mexico en Madagaskar, waar meer dan 50% van het mondiale soortenverlies te wijten is aan landconversie. In Madagaskar en Brazilië worden de gebieden vooral gebruikt als weiland voor vee, terwijl in Indonesië de teelt van rijst en oliehoudende zaden (bijvoorbeeld voor palmolie) en in Mexico de teelt van groenten, noten en fruit overheersen.
Op het eerste gezicht heeft het uitbesteden van de landbouw voordelen voor de importerende landen. In die landen nam de negatieve invloed op de lokale biodiversiteit af doordat er minder land voor de landbouw werd gebruikt en er meer beschermings- en renaturatiemaatregelen plaatsvonden. Dit geldt bijvoorbeeld voor Spanje, Italië, Griekenland en de VS.
Alarmerend
Tegelijkertijd zijn er in Brazilië en Mexico minder biodiversiteitsverliezen als gevolg van de binnenlandse consumptie, maar zijn de totale verliezen nog steeds toegenomen als gevolg van de toenemende landbouwexport. “Dit is een alarmerende aangezien de bedreiging voor de mondiale biodiversiteit per vierkante meter honderden keren groter is in tropische gebieden dan in de importerende landen”, zegt Cabernard.
Het hierdoor veroorzaakte verlies van soorten wordt tot nu toe onderschat als probleem. “De verbanden tussen de wereldhandel en het verlies aan biodiversiteit zijn zeer complex maar uiterst belangrijk. We moeten nadenken over de gevolgen voor het milieu op wereldschaal en verschillende maatregelen combineren om effectieve hefbomen te ontwikkelen”, zegt de hoogleraar.
“Het bevorderen van de binnenlandse landbouw in landen als Duitsland en Zwitserland, transparante toeleveringsketens en prijzen die de ecologische schade weerspiegelen, zouden belangrijke maatregelen zijn om het verlies van soorten in deze tropische gebieden te voorkomen.”
Bron: idw-online.de