Meer dan 140 landen namen een strategie aan om honderden miljarden dollars per jaar te mobiliseren om grote verliezen in biodiversiteit terug te draaien, maar slaagden er niet in om een ​​nieuw wereldwijd natuurfonds op te richten – een belangrijke eis van ontwikkelingslanden. Landen die de 16e VN-biodiversiteitsconferentie, bekend als COP16, in Rome bijwoonden, stelden een besluit over een nieuw fonds – bedoeld om de financieringsstroom naar projecten te versnellen – uit tot 2028. De gesprekken volgden op een eerdere, onbesliste COP in Colombia vorig jaar.
De financiële strategie werd onder applaus en tranen van afgevaardigden aangenomen. “Dat onderstreept onze samenwerking om het leven op deze planeet in stand te houden”, stelde Susana Muhamad, de vertrekkende minister van milieu van Colombia en voorzitter van COP16. Onderhandelaars werden volgens haar geconfronteerd met een “zeer gepolariseerd, gefragmenteerd, verdeeld en conflictueus geopolitiek landschap en toonden aan dat multilateralisme kan leveren.”
De overeenkomst moet landen helpen bij het ophalen van 200 miljard per jaar (192 miljard euro) tegen het einde van het decennium om de doelstellingen van het Kunming-Montreal-overeenkomst te halen, een akkoord dat in december 2022 werd aangenomen. Die variëren van het beschermen van schoon water tot het halveren van voedselverspilling tot het terugdringen van het gebruik van schadelijke chemicaliën.
Het besluit is volgens Maria Angélica Ikeda, die de Braziliaanse delegatie leidt, een “evenwichtige compromisoplossing”. Brazilië zal in november de volgende grote VN-klimaattop organiseren.

Onder de overeenkomst worden rijke landen aangespoord (???; as) om hun inspanningen te vergroten om jaarlijks $ 20 miljard te mobiliseren voor armere landen tegen het einde van dit jaar. Die roept ook op tot een studie naar de relatie tussen schuld en natuurbescherming – een thema dat waarnemers hebben verwelkomd als nieuw en vooruitstrevend – evenals betere coördinatie tussen ministers van milieu en financiën.
Ontwikkelingen op het gebied van biodiversiteit en klimaat zijn de laatste jaren nogal verzand doordat rijke landen de hand op de portemonnee houden en de recente komst van Donald Trump die klimaatverandering en biodiversiteitsverlies maar onzin vindt. De VS hebben het Verdrag inzake biologische diversiteit niet ondertekend en kunnen de gesprekken dus niet rechtstreeks beïnvloeden, maar er is meestal wel een Amerikaanse delegatie aanwezig. De stoel die deze week aan Amerikaanse functionarissen was toegewezen, bleef leeg.

Teleurgesteld

Verschillende ontwikkelingslanden, die de oprichting van een nieuw wereldwijd natuurfonds hadden geëist, vertrokken teleurgesteld. De aanwezigen stemden in plaats daarvan in met een proces om de mogelijkheid te onderzoeken in 2028 met een definitief besluit te komen, waarmee de zaak op de lange baan wordt geschoven.
“Bossen branden, rivieren lijden en dieren verdwijnen”, zegt Juan Carlos Alurralde Tejada, Bolivia’s hoofdonderhandelaar. “Biodiversiteit kan niet wachten op een bureaucratisch proces dat eeuwig duurt.”
Bolivia behoort tot de landen die het bestaande fonds – het Global Biodiversity Framework Fund van de in Washington D.C. gevestigde Global Environment Facility – zien als instrument in de handen van rijke landen.
Donorlanden – waaronder het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Nieuw-Zeeland – hebben zich verzet tegen de oproep voor een alternatief, met het argument dat een nieuw fonds niet gelijk meer geld betekent en het risico loopt het biodiversiteitsfinancieringslandschap verder te fragmenteren.

Bron: phys.org