Theorie over golfstromen lijkt niet helemaal juist

Golfstromen 2,7 miljoen jaar geleden

De  golfstromen in de oceanen hebben invloed op het klimaat

Tijden achtereen worden, op gezag van wetenschappers, bepaalde zaken voor de harde waarheid aangenomen, maar die waarheden bleken dan later niet zo hard te zijn als die werden voorgesteld. Zo lijkt het ook te gaan met een theorie van de Zweedse natuurkundige Vagn Walfrid Ekman over de stromingen in zeeën en oceanen. De stromingen in de Golf van Bengalen gehoorzamen niet aan die voorgestelde wetmatigheid (zijn zelfs tegenovergesteld). Klopt dat en als dat zo is wat betekent dat dan voor, bijvoorbeeld, ‘onze’ klimaatmodellen waarin golfstromen een niet onbelangrijke rol spelen?
Bij een expeditie op het schip ‘de Fram‘ had Fridtjof Nansen ontdekt, dat ijsbergen niet in de richting van de wind dreven, maar daarvan met een hoek van 20° tot 40° afweken. Op aandringen van ocenograaf Vilhelm Bjerknes kwam Ekman nog als student aan het begin van de twintigste eeuw met de theorie van de Ekmanspiraal om dat fenomeen te verklaren.

Oppervlaktestromingen reageren op heersende winden onder invloed van de Coriolisaffect. Volgens dit Ekman zouden watermassa’s op het noordelijk halfrond systematisch naar rechts van de windrichting moeten afwijken, terwijl ze op het zuidelijk halfrond naar links zouden moeten afwijken.
Onderzoekers rond Michael McFaden van het Amerikaanse instituut voor oceanografie en atmosfeer NOAA moesten echter constateren de stromingen in het zeegebied tussen India en Zuidoost-Azië niet wensten te voldoen aan de theorie van Ekman maar precies de andere kant op bewogen als die theorie voorspelt.

Het bleek dat een boei die op 13,5° noorderbreedte in de Golf van Bengalen voor anker lag, een volkomen onverwacht gedrag van de oppervlaktestromingen registreerde. Na meer dan tien jaar metingen zagen de onderzoekers dat de stromingen consequent naar links afweken van de heersende windrichting. Dat is precies het tegenovergestelde van wat de theorie voor het noordelijk halfrond voorspelt.

‘Warmtegrens’

Dat zou liggen aan de specifieke oceanografische omstandigheden in de Golf van Bengalen. Het gebied heeft een bijzonder duidelijke gelaagdheid, gekenmerkt door een stabiele warmtegrens die het warme oppervlaktewater scheidt van het koude diepe water. Deze structuur beperkt de verticale uitwisselingen aanzienlijk en versterkt de invloed van de wind op de oppervlaktelaag.
Het fenomeen is vooral zichtbaar tijdens de zuidwestmoesson, tussen juli en augustus. Gedurende deze periode waait er opvallend regelmatig overdag een landwind tot 400 tot 500 kilometer uit de kust van India. Deze winden kunnen snelheden bereiken van 1 tot 2 m/s. en kunnen oplopen tot 15% van de totale windsnelheid in de regio.

Bron: Futura-Sciences

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.