De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA en de Amerikaanse organisatie voor oceanografie NOAA, twee van de drie instituten die het aardklimaat in de gaten houden, hebben hun cijfers van het vorig jaar op een rijtje. Volgens de NASA was 2013 het op zes na warmste jaar sinds die metingen voor het eerst zijn verricht. Het klimaatcentrum van NOAA (NCDC) houdt het zelfs op de op drie na warmste. De NASA komt uit op een gemiddelde temperatuur van de onderste aardatmosfeer van 14,52°C, NCDC op 14,6°C. Het derde observatie-instiituut aan de Engelse East-Anglia-universiteit heeft zijn cijfers nog niet klaar.
De wereldorganisatie voor meteorologie WMO zal de uiteindelijke klassering bepalen, maar de tien warmste jaren van de 134 jaar waarin gemeten wordt, vallen na 2002, met uitzondering van 1996. 2010 en 2005 waren de warmste jaren ooit gemeten. De meeste gebieden op aarde noteerden temperaturen die hoger waren dan normaal. In Noord-Amerika en West-Europa waren de stijgingen het kleinst. Volgens onderzoekers van de NASA (of eigenlijk GISS) lijken op het noordelijk halfrond de zomers steeds warmer te worden, terwijl de winters de laatste tien jaren neigen naar strenger. De wintertemperatuur op het noordelijk halfrond boven het water daalt al tien jaar. Dat zou dat, o wonder, te maken hebben met het verdwijnende Noordpoolijs. Volgens de onderzoekers is het onwaarschijnlijk dat dat zo door gaat. Op het zuidelijk halfrond worden zowel zomers als winters warmer.
Al verschillende decennia geldt dat het volgende decennium warmer is dan het voorgaande. In de eerste drie jaar van het huidige decennium zijn de temperaturen min of meer gelijk aan die van de jaren nul, maar de onderzoekers verwachten dat uiteindelijk de jaren 10 weer warmer zullen zijn dan de jaren 0. Alleen grote vulkaanuitbarstingen roet in zouden daarbij roet in het eten kunnen gooien. Er zou stevig rekening mee moeten worden gehouden dat El Niño dit en komend jaar voor nieuwe records zou kunnen zorgen, stellen NASA-onderzoeker James Hansen en zijn mede-onderzoekers.
Bron: Le Monde