Bepaalde handelingen en gedragingen bergen risico’s in zich en ondanks dat we ons daarvan bewust zijn kiezen we toch voor de riskantste voortzetting. Of we tot de durfallen of de voorzichtige types behoren lijkt op basis van de activiteit van een deel van de hersens voorspelbaar, zo hebben onderzoekers van universiteit van Texas aannemelijk gemaakt. De onderzoekers konden in 72% van de gevallen juist voorspellen of de persoon in kwestie tot de durfallen of de voorzichtigen behoorde.
De Texaanse onderzoekers zagen dat bij het nemen van de veilige beslissingen bepaalde delen van de hersens actiever zijn. Als er iets mis is met dat ‘besliscentrum’ dan blijkt dat de betreffende individuen vaker onbezonnen, want risicovolle, keuzes maken. Er is al eerder (en vaak) gekeken naar het samenspel tussen de hersendelen bij het nemen van beslissingen. Het was nog niet eerder gelukt om aan de hand van hersenactiviteit voorspellingen te doen over de uitkomst van het beslisproces.
De onderzoekers schoven 108 vrijwilligers, tussen de 21 en 50 jaar, in een functionele magnetoresonantietomograaf om de hersenactiviteit te kunnen meten, terwijl ze aan bepaalde tests werden onderworpen. Bij de zogeheten BART-tests (BART staat voor ballonanaloge risicotests) pompen de proefpersonen virtuele balonnen op, waarbij ze zelf mogen beslissen hoe groot die mag worden. Hoe groter de ballon hoe hoger de beloning, maar ook het risico dat de ballon knapt. Dat laatste levert niks op. Bij elke pompslag moet dus een beslissing genomen worden.
Eerder onderzoek had een verband gevonden tussen risicogedrag en het gedrag in de BART-tests. De doorpompers namen ook in het echte leven veel risico’s zoals roken, drugsgebruik, onveilige seks en het rijden in linke auto’s.
Gemiddeld moesten de proefpersonen 18 ballonnen oppompen. Elf maal stopten ze voordat de ballon knapte. De onderzoekers konden zien welke hersendelen er actief waren als het besluit genomen werd te stoppen of door te gaan. Op basis van die waarnemingen konden ze, kijkend naar de actieve hersendelen, op een gegeven moment in 72% van de gevallen goed voorspellen wat de proefpersoon ging doen. Niet vreselijk indrukwekkend, overigens, als je bedenkt dat je al gauw 50% goed kunt voorspellen door alleen maar te raden, maar goed, misschien behoeft de methode nog enige bijschaving.
Aan het beslissen komen veel verschillende delen van de hersens te pas zoals de insula, striatum, thalamus en pariëtale kwabben. Van niet alle hersendelen is het nodig de activiteit te kennen om een redelijk goede voorspelling te kunnen doen, stellen de onderzoekers. Het gaat vooral om de hersengebieden die zich bezighouden met regelen, werkgeheugen en oplettendheid.
Bron: Der Spiegel