Elk jaar overlijden honderddui-zenden mensen aan malaria. Amerikaanse onderzoekers hebben nu met entstoffen op basis van antilichamen van resistente kinderen succes gehad bij muizen. De hoop op een ‘definitief’ malariamedicijn krijgt daarmee een grote impuls.
Zes op de honderd kinderen in Tanzania (Oost-Afrika) is bestand tegen malaria. Die kinderen maken een antilichaam aan dat mensen beschermt tegen een tot nu toe onbekend malaria-eiwit. Dat antilichaam voorkomt dat de ziekteverwekkers de rode bloedlichaampjes verlaten en zich door het lichaam verspreiden. Inenting die het afweersysteem ‘richt’ op dat nieuw ontdekte malaria-eiwit bleek muizen te beschermen tegen de ziekte.
Malaria kent verschillende verschijningsvormen, afhankelijk van het type organisme (Plasmodium) dat de ziekte veroorzaakt. Plasmodium falciparum, de eencellige die een uiterst gevaarlijke vorm van malaria veroorzaakt, is er verantwoordelijk voor dat er in Afrika ten zuiden van de Sahara per jaar 1 miljoen kinderen sterven, stellen onderzoekers in hun onderzoeksverslag in Science. Op het ogenblik worden zo’n honderd kandidaatmedicijnen onderzocht, 60% daarvan is gebaseerd op vier antigenen van de de Plasmodium-eencelligen. Antigenen zijn eiwitten op het celoppervlak waaraan ons afweersysteem kwalijke indringers herkent. “We hebben dringend nieuwe antigeenkandidaten nodig, maar er zijn weinig mogelijkheden om die te identificeren”, zegt onderzoeker Jonathan Kurtis van de Brown-universiteit in Providence (Rhode Island).
Op zoek naar nieuwe kandidaten onderzochten Kurtis en zijn medewerkers eerst 23 tweejarigen in Tanzania, waarvan de helft bestand bleek tegen Plasmodium falciparum. Vergelijking van het bloed van resistente en niet-resistente kinderen leverde het tot nu toen onbekende antigeen PfSEA-1 op, dat er voor zorgt dat de ziekteverwekker zich verspreidt door het lichaam van het slachtoffer. Resistente kinderen hadden antilichamen die de werking van dat antigeen blokkeren. Kurtis: “Veel onderzoekers speuren naar een manier om te voorkomen dat de ziekteverwekker in de bloedlichaampjes terechtkomt. Wij hebben een manier gevonden om te verhinderen dat ze de rode bloedlichaampjes verlaten, waardoor die geen schade kunnen aanrichten.”
De onderzoekers toetsten hun veronderstellingen bij 140 volwassenen in het naburige Kenia. Bij mensen met het antilichaam in het bloed was de aanwezigheid van de eencellige ziekteverwekkers duidelijk lager (de helft) dan bij mensen zonder. 56 van de 100 bleken antilichamen in het bloed te hebben. Dat zou volgens Kurtis bewijzen dat het contact met de ziekteverwekkers de aanmaak van het beschermende eiwit (het antilichaam) bevordert. Dat zou ook kunnen verklaren waarom malaria bij volwassenen minder desastreus verloopt dan bij kinderen.
In proeven met muizen bleek de bestrijding van het antigeen PfSEA-1 goed te werken. Door inenting met het medicijn daalde de hoeveelheid Plasmodium berghei-eencelligen in het bloed in zeven dagen met 75%. Volgens Kurtis zou iets dergelijks ook bij mensen gebeuren omdat tenslotte ook in menselijke bloed antilichamen zijn gevonden. Hij hoopt dat er gauw met klinische proeven bij mensen kan worden begonnen. Voor er een werkend medicijn op de markt is, zullen er echter nog wel wat jaren verstrijken.
Bron: der Spiegel