Sommige mensen vinden cynisme een teken van lafheid, anderen vinden bijtende spot wel stoer. Hoe het ook zij, cynici zouden meer kans hebben op dementie dan minder spotterig aangelegde mensen. Cynisch wantrouwen, het geloof dat anderen vooral door eigenbelang worden gemotiveerd, zou al een bron zijn voor andere gezondheidsproblemen zoals hartziekten. Cynisme schijnt dus niet goed te zijn voor je geestelijke en lichamelijke gesteldheid.
Het hangt natuurlijk wel een beetje (veel) af van de definitie. De gehanteerde definitie komt bij mij niet zo aan. Ik associeer cynisme toch eerder met spot dan met ongeloof, met een houding om te kwetsen, belachelijk te maken. Afijn. Onderzoekster Anna-Maija Tolppanen van de universiteit van Oost-Finland ziet er weer een bewijs in dat levenshouding en persoonlijkheid invloed hebben op je gezondheid. “Deze studie verschaft ons inzichten hoe we de kans op dementie kunnen verkleinen”, denkt ze. Voor de studie werden een kleine 1500 mensen met een gemiddelde leeftijd van 71 jaar onderzocht op dementie en ondervraagd om de mate van hun cynisch wantrouwen te bepalen. De vragenlijst achten de onderzoekers betrouwbaar (ja, anders gebruik je die niet, toch?) en de uitslagen bleven jarenlang stabiel. Het ging daarbij om uitspraken als: “Ik denk dat de meeste mensen liegen om vooruit te komen”, “Het is veiliger om niemand te vertrouwen” en “De meeste mensen gebruiken liever voorwendsels om profijt te hebben dan dat te verliezen”.
Zo’n 622 deelnemers voltooiden twee dementietests, de laatste test gemiddeld acht jaar na de eerste. 46 daarvan kregen gedurende dat traject de diagnose dementie. De onderzoekers corrigeerden voor andere risicofactoren voor dementie zoals hoog cholesterolgehalte, hoge bloeddruk en roken en moesten tot de conclusie komen dat cynici een drie keer hogere kans hadden dement te worden dan weinig cynisch aangelegden. Van de 164 als cynisch aangemerkte proefpersonen werden er 14 dement. Van de 212 weinig cynisch aangelegde proefpersonen werden er 9 dement. Ik kom dan overigens tot een factor 2 (8,53% en 4,24%) , maar ken niet die andere risicofactoren. Waarom die beide groepen bij elkaar opgeteld niet 622 opleveren wordt ook niet uitgelegd in het persbericht.
Ook werd er gekeken of cynici eerder stierven dan de minder cynisch aangelegden. Daarvoor werd naar het verloop bij 1146 proefpersonen gekeken (waarom niet alle proefpersonen?). In de gemiddeld tien jaar die ze aan het onderzoek deelnamen, overleden er daarvan 361. Gecorrigeerd voor allerlei factoren bleek cynisme geen ernstige doodsoorzaak. Je wordt er kennelijk gauwer gek van, maar je gaat niet eerder dood.
Bron: Science Daily