Het Amerikaanse concern IBM, waar de wieg van de pc heeft gestaan, denkt dat het siliciumtijdperk snel zijn einde nadert. Het bedrijf trekt zo’n $ 3 miljard (zo’n € 2,2 miljard) uit voor het zoeken naar een opvolger van de kiezelchips, zo meldt het Amerikaanse (web)blad Wired.
De elektronische componenten in computers e.d. hebben al lang het nanostadium bereikt. Dat betekent dat die onderdelen bevatten met afmetingen die in miljoenste millimeters worden gemeten. “Als we bij de 7 nanometer komen dat zitten we aan de grens”, stelt Tom Rosamilla, bij IBM verantwoordelijk voor technologie-ontwikkelingen. Daarom heeft het bedrijf ruim € 2 miljard uitgetrokken voor de speurtocht naar een opvolger. IBM gokt daarbij vooral op koolstofnanobuisjes, maar er valt wat dat betreft nog wel het een en ander uit te zoeken, voor chips van nanobuisjes net zo ‘makkelijk’ te maken zullen zijn als de chips van kiezel. Een ander veelbelovend terrein bij de verdere verkleining van elektronische componenten ziet IBM in nanofotonica. Daarbij wordt licht gebruikt voor het ‘rekenwerk’ van computers in plaats van elektriciteit.  Daarnaast gokt IBM ook op andere paarden zoals kwantumrekenen of neurale netwerken (systemen die de werking van de hersens zouden ‘nabootsen’).

Microsoft, ook op zoek, denkt dat het ontwerpen van speciale chips, zoals die voor de eigen zoekmachine Bing, een betere manier is om het miniaturiseringsprobleem op te lossen, dan de ontwikkeling van een algemene technologie. Volgens chipmaker Intel is de wet van Moore, die een verdubbeling van de capaciteit elke anderhalf tot twee jaar voorspelt, nog steeds van toepassing. Dat zal ongetwijfeld het geval zijn voor het huis-tuin-en-keukenwerk, maar IBM gokt op de geavanceerdere delen van de computermarkt zoals die van de supercomputers. Ook Intel zal, vroeg of laat, tegen grenzen van de siliciumtechnologie aan lopen.

Bron: Wired