Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) verspillen elektronische apparaten jaarlijks zo’n € 60  miljard aan elektriciteit en het dreigt alleen maar erger te worden. Het agentschap doet een beroep op fabrikanten daar aandacht aan te besteden.

Er zijn tegenwoordig miljarden elektronische apparaten, de conservatieve schatting is 14 miljard . Binnen een paar jaar zouden dat er nog wel eens 50 miljard kunnen zijn. Die gebruiken allemaal veelvuldig de wachtstand. Pure verspilling, zou je kunnen zeggen. In 2025, is de schatting, zou het energiegebruik van al die apparaten uitkomen op 1140 TWu per jaar; zo’n 6% van het wereldverbruik aan elektrische energie. Tweederde daarvan wordt verspild aan de wachtstand, de stand waarop de apparaten niets doen, maar wel op een laag pitje draaien. De IAE becijferde dat die verspilling voor 2013 de wereld zo’n € 60 miljard kostte. Alleen de rond 160 miljoen decoders van Amerikaanse tv’s verspillen in een jaar al 18 TWu, dat zou het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van IJsland zijn. In geld is dat € 1,5 miljard (zo’n € 1,1 miljard), te betalen door de gebruiker.
De oplossing is natuurlijk simpel: die apparaten afzetten en aanzetten als je ze nodig hebt. De trend is echter anders: altijd aan. De IEA gooit het echter op de slechte kwaliteit van de wachtstandtechnologie. Het agentschap doet dan ook een beroep op de fabrikanten om betere technologie te ontwikkelen en in te zetten, die veel zuiniger met de energie omspringt. Dat zou de verspilling al met tweederde kunnen terugdringen, denkt het agentschap. En de burger? Heeft de burger geen verantwoordelijkheid?

Bron: Futura-Sciences