Google Quantum AI Lab, het lab dat zich bezighoudt met geavanceerde computersystemen, heeft kwantumdeskundige John Martinis van de universiteit van Californië in Santa Barbara ingehuurd. Martinis gaat zich bij Google met de ontwikkeling van de kwantumcomputer bezighouden. Hij blijft overigens wel aan de universiteit verbonden, maar zal de meeste tijd doorbrengen bij zijn nieuwe werkgever. De stap lijkt een bewijs dat het Google ernst is met de ontwikkeling en het gebruik van de kwantumcomputer, door velen, niet geheel terecht, gezien als razendsnelle opvolger van de huidige digitale computers. Google heeft zich al een D-Wave-machine aangeschaft, door het Canadese bedrijf verkocht als kwantumcomputer, maar daar bestaat nog steeds grote twijfel over. Martinis werkte overigens al samen met de webreus.
Martinis is zelf ook een van de kriticasters van D-Waves machines. In juni publiceerde hij met anderen in Science een artikel waarin hij stelt dat de D-Wave-machines niet wezenlijk sneller zijn dan normale computers, maar hij is geen hater van die machines en zegt onder de indruk te zijn van wat D-Wave Systems heeft gepresteerd. Het is nu in wetenschappelijke krijngen gemeengoed om te zeggen dat die machines trekken vertonen van een kwantumcomputer. De vraag is alleen of die de computer sneller maken. Hoewel hij niet met de D-Wave-computer bij Google gaat werken, hoopt hij wel het bedrijf te helpen de kwantummechanica beter te gebruiken. “We pakken delen van de ideeën van D-Wave en combineren die met wat het Google-team heeft geleerd van die machine.”
Martinis en zijn medewerkers zijn vooral gericht geweest op de stabiliteit van kwantumcomputers, een zeer lastig thema. De kwantumbits, waarmee kwantumcomputers werken, zijn maar een fractie van een seconde stabiel en ze worden nogal snel door andere deeltjes van hun stuk gebracht. Overigens moet wel bedacht worden dat in die fracties van een seconde een kwantumcomputer best een hoop kan doen. Toch wringt die zogeheten decoherentie bij het betrouwbaar rekenen met een kwantummachine. Echte oplossingen voor het probleem zijn er nog niet, maar Martinis c.s. hebben j.l. april een artikel in Nature gepubliceerd waarin ze beschrijven hoe met behulp van supergeleidende materialen en een foutverbeteraar die een kopie maakt van de opgeslagen gegevens in een 5-bits kwantummachine dat probleem kan worden aangepakt. De onderzoekers zitten nu op negen kwantumbits. Ze hopen dat aantal elke jaar te kunnen verdubbelen.
D-Wave Systems zou zich volgens Martinis niet al te zeer het hoofd hebben gebroken over decoherentie. Door nu hun expertise en die van D-Wave te koppelen zou de ontwikkeling een aardig eind op weg geholpen worden, denkt de hij. Martinis verwacht bij Google een vruchtbaarder werkomgeving te hebben dan op de universiteit, waar het lastig is te werken met constant komende en gaande mensen. “We zijn nu op het punt dat de dingen ingewikkeld worden en dan heb je baat bij een vaste ploeg mensen. Op die manier kun je deze technologie beter op een hoger plan brengen.”
Bron: Wired