Volgens Adrien Treuille van de Carnegie Mellon-universiteit en Rhiju Das van de Stanford-universiteit (beide in de VS), kunnen massale ‘weblabs’ met behulp van video-spellen fouten en fraude in de bioweten-schappen of zelfs de hele wetenschap zo veel mogelijk uitbannen. Aan die weblabs zouden dan vele niet-professionele onderzoekers kunnen deelnemen. Volgens het tweetal is die spelachtige benadering wetenschappelijk deugdelijker dat de gebruikelijke praktijk in de wetenschappen waarbij er eerst een mogelijke verklaring voor een verschijnsel wordt geopperd, waarna wetenschapper die hypothese proefondervindelijk probeert te bewijzen. Ze publiceerden hun bevindingen op de webpagina’s van het blad Trends in Biochemical Sciences (waar ik het niet kan vinden). Eerder dit jaar schreven ze een soortgelijk artikel over hun RNA-massaproject EteRNA.
“Als je het speldeel er af haalt, dan vertegenwoordigen projecten als EteRNA een fundamenteel nieuw model voor het wetenschapsbedrijf, waarmee vele gewone vormen van wetenschappelijke fraude kunnen worden voorkomen”, zegt informaticus Treuille. “We hebben meer dan 150 000 deelnemers die ruim 2 miljoen manuur hebben besteed aan EteRNA. Dat betekent dat er een boel ogen zijn die over de schouder meekijken als er hypotheses worden ontwikkeld en resultaten van proeven worden beoordeeld.” De deelnemers gebruiken ontwerpsystemen om RNA-vormen voor te stellen om te voldoen aan bepaalde voorwaarden. De voorstellen worden dan in het lab van biochemicus Das in Stanford gemaakt. De resultaten worden aan de hele EteRNA-gemeenschap bekend gemaakt voor analyse en gebruik in nieuwe ontwerp’wedstrijden’. In deze opzet is het moeilijk te sjoemelen met de resultaten of er de ‘kersen’ uit te pikken. Treuille: “Als eenzelfde ploeg die een hypothese opstelt die ook toetst in het lab dat ontstaat er een botsing van belangen, die bij kan dragen aan onreproduceerbare resultaten in veel onderzoek. EteRNA scheidt die twee zaken zonder wetenschap te hinderen.”
De grote hoeveelheid deelnemers in het weblab lost ook meteen een probleem op waar veel biologieonderzoekers te maken hebben: experimenten met een grote hoeveelheden gegevens. Das: “Een enkele DNA- of RNA-moelcuul ontrafelen geeft al gauw miljarden gegevens. Een cyclus met afwisselend het maken van hypotheses en het vinden van het proefondervindelijke bewijs is noodzakelijk, maar duur en kost veel tijd. Het is verleidelijk het taaie extra werk over te slaan en de kersen er uit te pikken om een publiceerbaar artikel te schrijven. Als duizenden mensen je helpen, dan is die overmaat aan gegevens niet zo’n probleem.”
Mensen die aan EteRNA meedoen zijn niet noodzakelijkerwijs wetenschappers. Velen van hen verkregen inzicht door het werken met hulpmiddelen die zijn ontworpen voor het in elkaar knutselen van RNA-voorstellen, gecombineerd met wat er uit het Das-lab kwam. Het opzetten van zo’n massaal weblab is niet goedkoop, maar moet voor biowetenschappelijke onderzoekers toch binnen de mogelijkheden liggen, vindt het tweetal. “De belangrijkste hinderpaal van deze projecten is het loopbaanrisico voor hun bedenkers. Vooral videospellen, noodzakelijk om wetenschappelijk geïnteresseerde buitenstaanders te lokken, worden als niet verenigbaar gezien met serieuze en gedegen wetenschap.”
Bron: Eurekalert