Hoe is het zo gekomen? Google begon nog maar zo’n 15 jaar geleden als zoekmachine, maar dringt zich zo langzamerhand in steeds meer hoeken en gaten van ons dagelijkse leven. Android, Googles besturingssysteem voor slimtels, is een succes en sinds een aantal jaren blijkt de zoekreus ook belangstelling te hebben voor de gezondheidskant van ons leven. Het moet allemaal een relatie hebben (tele)communicatie en het wereldwijde web en dat heeft de diagnosepil. Die ‘pil’, of eigenlijk zijn het piepkleine magneetdeeltjes bedekt met antilichamen, gaat in jouw bloedbaan op zoek naar kwaadaardige cellen en slaat dan alarm. Dat is tenminste de bedoeling. De ontwikkeling is overigens nog in een vroeg stadium.
Zo’n 2000 van deze nanodeeltjes zouden passen in een enkel rood bloedlichaampje. Die deeltjes houden de patiënt voortdurend in de gaten (is het idee). Ik ga er van uit dat het detectiesysteem niet alleen kankercellen zullen detecteren, maar ook andere stoffen in het bloed die wijzen op ongezondheid. Dit project komt uit de koker van het Google X-lab, een rariteitenkabinet, waar ook Googles Bril, de zelfsturende auto en de suikermetende contactlenzen vandaan komen. Dure speeltjes volgens sommigen, maar Google-baas Larry Page ziet in die projecten toekomstige melkkoetjes. De ‘diagnosepil’ zal ook niet meteen de grote kaskraker worden, meldt het bedrijf.
Het idee van de geleerden van Google is vrij simpel. De pillen (magnetische nanodeeltjes) worden bedekt met antilichamen die bepaalde cellen of eiwitten kunnen detecteren, die wijzen op bepaalde ziektes. De nanodeeltjes blijven in het bloed en melden de ‘ontmoeting’ aan een sensor of eigenlijk meet die uitwendige sensor het magneetveld van de deeltjes aan de hand waarvan kan worden geconstateerd dat er kwalijke cellen of eiwitten zijn gedetecteerd. Met behulp van die ‘diagnosepil’ kan iemand voortdurend in de gaten gehouden worden. “We willen het eenvoudig maken, automatisch en niet invasief”, zegt Andrew Conrad van Google X. “Het is de bedoeling ziektes te voorkomen.” De gegevens van de diagnosepil zouden via internet kunnen worden verstuurd naar de huisarts.
De ontwikkeling werd in gang gezet doordat een van de ingenieurs van Google na een ongeluk met zijn fiets in het ziekenhuis terecht kwam, waar geconstateerd werd dat hij een gezwel in zijn nieren had. Dat soort zaken zou zijn te voorkomen met een diagnosesysteem dat Google in elkaar aan het schroeven is. Die ingenieur, Tom Stanis, werkt mee aan het project. Hij is inmiddels kankervrij verklaard. Google is op zoek naar bedrijven die interesse hebben het product op de markt te brengen. “Die bedrijven houden zich daar mee bezig. Wij zijn de uitvinders en de ontwikkelaars van de technologie”, zegt Conrad.
Conrad en zijn ploeg hebben wel wat problemen op te lossen met betrekking tot, vooral, valspositieve meldingen. Meting van het prostaatspecifieke antigeen (PSA) als aanwijzing voor prostaatkanker gaat ook nogal eens mis, omdat hoge PSA-waarden niet automatische betekenen dat desbetreffende ook prostaatkanker heeft. Daarnaast zijn er nogal wat complicaties met privacy en veiligheid, als de gegevens linea recta naar de huisarts zouden worden gestuurd. Practicaliteiten, zou de beroemde Nederlandse architect Remco Koolhaas daarvan zeggen.