Toen een Belgische tiener op haar dertiende chemotherapie kreeg en werd bestraald, werd een deel van haar eierstokken weggenomen en ingevroren. Tien jaar later is dat eierstokweefsel weer met succes getransplanteerd. Nu heeft ze (27) een gezond kind gekregen. Dergelijke operaties zijn wel bij volwassenen gedaan, maar nog niet eerder met weefsel dat in de puberteit is verwijderd (en ingevroren).
“Dat was een overwinning voor haar”, zegt gynaecologe Isabelle Demeestere die de proef leidde. “Ze was gelukkig na zoveel jaren in onzekerheid te hebben geleefd.” Volgens Demeestere bewijst de geboorte dat onvolgroeid weefsel kan worden getransplanteerd in volwassenen. “Zelfs in een volwassen omgeving wordt dat geactiveerd.” De patiënte, afkomstig uit Congo, leed aan een ernstige vorm van de bloedziekte sikkelcelanemie. Om daar van te genezen moest ze een beenmergtransplantatie ondergaan. Daarvoor moet het afweersysteem worden onderdrukt met chemotherapie, maar die kan de eierstokken ernstig beschadigen. Voor de behandeling werd de rechtereierstok verwijderd. Ze menstrueerde nog niet. Tien jaar later vertelde ze dat ze een kind wilde. Vervolgens werden delen van de bewaarde eierstok weer in het lichaam getransplanteerd.
Een dergelijke transplantatie was wel voorgekomen bij volwassenen, maar nog nooit met weefsel dat was weggenomen op zo’n jonge leeftijd. In de puberteit bevatten de eierstokken honderdduizenden eiblaasjes met daarin eieren die in vele maanden tot rijping komen. De geleerden wisten niet of dat rijpingsproces ook plaatsvindt in bevroren toestand. Bovendien werd het eierstokweefsel in een volwassene getransplanteerd, waarvan de hormoonspiegels anders zijn dan van pubers.
Dat bleek allemaal goed te gaan. Vijf maanden na de transplantatie begon de patiënte te ovuleren. Ze kreeg het kind ook op de normale wijze, zonder reageerbuisbevruchting of andere vruchtbaarheidsbehandelingen. De vraag is nu of de operatie ook werkt als de patiënt nog niet pubert. Voor de puberteit wordt een groot deel van de onrijpe eierblaasjes vernietigd. Het idee is dat dat te maken heeft met het ‘uitwieden’ van de slechte exemplaren. Of dat reinigingsproces ook buiten het lichaam in gang is te zetten of dat dat proces automatisch gestart wordt na de transplantatie is nog niet duidelijk. Of zo’n operatie (wegnemen gezond weefsel dat later weer wordt teruggetransplanteerd) ook bij kinderen zou moeten gebeuren die behandeld zijn tegen kanker, is nog de vraag. Je zou dan ook weer kankercellen in het lichaam kunnen brengen, schrijven de onderzoekers.
Bron: the Guardian