Slechts 5% ‘beloftevolle’ kankermedicijnen haalt de markt

Kankermedicijn sunitinibDe effecten van kandidaat-kankermedicijnen worden vaak ernstig overschat, zo concluderen onderzoekers van de Canadese McGill-universiteit. “Slechts een fractie van de medicijnen die in dieren werkzaam leken blijkt uiteindelijk veilig te zijn en effectief bij mensen”, zegt Jonathan Kimmelman. Volgens de onderzoeker komt dat vooral doordat dierstudies vaak slecht zijn en omdat goede resultaten een grotere kans hebben om gepubliceerd te worden. “Dat geeft een vertekend beeld van de mogelijkheden van het middel.” Overigens bekeken de onderzoekers de gang van zaken bij slechts een kankermedicijn.

De onderzoekers bekeken de resultaten van dierproeven met sunitinib, een middel dat succesvol gebruikt wordt om gevorderde nierkanker te behandelen, evenals een zeldzame vorm van maagkanker en zeldzame tumoren in het neuro-endocriene systeem. Ze kwamen er achter dat onderzoek waarin weinig of geen effect gevonden werd niet werd gepubliceerd, waardoor de antikankereffecten van het middel met 45% werden overschat. Dat schijnt dan niet te betekenen dat er getwijfeld moet worden aan de klinische waarde van sunitinib. Weinig studies bedienden zich praktijken als blind onderzoek of willekeur, om te voorkomen dat vooroordelen het onderzoek beïnvloeden. Vaak was het niet eens duidelijk om hoeveel proefdieren het ging.
Het middel werd bij verschillende kankersoorten getest en overal werden er aanmerkelijke anti-kankereffecten genoteerd, hetgeen de geloofwaardigheid niet ten goede komt. Ook werd niet getest op dosisafhankelijke respons. Daarbij komt nog eens dat het middel niet op verschillende proefdieren werd uitgeprobeerd maar vooral bij jonge vrouwtjesmuizen met een aangetast immuunsysteem. Als er wel bij meer proefdieren en -modellen werd gekeken, dan waren de effecten meteen minder groot.
Kimmelman: “Preklinisch onderzoek heeft vaak last van een slechte proefopzet en rapportering, het blootstellen van patiënten aan schadelijke of onwerkzame middelen, waardoor labtijd wordt verspild en de prijs van medicijnen stijgt.” Dat zou verklaren waarom slechts 5% van de middelen die bij proefdieren effectief leken uiteindelijk ook op de markt komen, terwijl dat bij hart- en vaatziekten 20% is. Kimmelman vindt het tijd dat er richtlijnen komen voor preklinisch kankeronderzoek, zoals die er al zouden zijn voor beroertes, epilepsie en hart- en vaatziekten.

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.