Beerdiertjes zijn opmerkelijke beestjes. Ze kunnen zonder al te veel problemen leven onder de bizarste omstandigheden. Zo overleven ze ruimtereizen. Dat zouden ze vooral te danken hebben aan genen die ze van bacteriën hebben ‘geleend’, zo’n zesde van het hele beerdiertjesgenoom bleek onderzoekers. Nieuw onderzoek Georgios Koutsovoulos laat geen spaan van die conclusie heel. Hij kwam maar tot 2% vreemde genen bij dezelfde beerdiertjessoort, zo laat hij in een voorlopige samenvatting van de genanalyse weten.
Koutsovoulos van de universiteit van Edinburgh (Sch) en zijn medeonderzoekers kwamen tot slechts 400 ‘vreemde’ genen. Bob Goldstein c.s. gingen van een veel groter beerdiertjesgenoom uit (250 miljoen tegen 135 miljoen baseparen) en kwamen uit op 6500 vreemde genen. Het verschil zou zijn te verklaren uit het ‘meenemen’ van bacterie-DNA en verontreingingen. “Wij hebben voor een groot deel ander vreemd DNA gevonden dan Goldstein c.s.” De onderzoekers uit Schotland twijfelden aan hun eigen resultaten. Ze gaan de zaak verder uitzoeken.
Beerdiertjes, door wetenschappers Tardigrada genoemd, heb je in talrijke soorten. Ze zijn kleine: 0,2 tot 1,0 mm. Ze leven bij voorkeur in water of vochtige omgevingen. Ze overleven in Alaska en zelfs op de Zuidpool en blijven ook in leven na lange droogteperiodes. Je kunt ze invriezen of drogen, ze zijn niet dood te krijgen. Tien dagen rond de aarde cirkelen, in vacuüm of onder straling, ze hebben er geen problemen mee. Logisch dat de mensen nieuwsgierig zijn hoe die beestjes dat flikken.
Bob Goldstein en zijn ploeg van de universiteit van Noord-Carolina heeft de beestjes aan een nader genetisch onderzoek onderworpen of nauwkeuriger gezegd die van een vertegenwoordiger van een soort, de Hypsibius dujardini, en die resultaten vergeleken met de genetische code van andere levende wezens. Het bleek dat 17,5% van het erfgoed van het beerdiertje afkomstig is van andere organismen. Daarmee zou hij recordhouder in het dierenrijk zijn. Meestal is het minder dan 1%. Het beerdiertje zou 6000 genen geleend hebben van bacteriën, planten, schimmels en archaea.
Het is mogelijk dat het genoom van beerdiertjes in gedroogde toestand ‘bevattelijk’ is voor vreemd DNA. Het is bekend dat beerdiertjes schade aan hun erfgoed erg goed kunnen repareren. Bij dat proces zou, vreemd genoeg, makkelijk vreemd DNA kunnen worden ingebouwd, denken de onderzoekers.
“Om extreme omstandigheden te overleven is het voor sommige dieren zinvol om vreemd erfgoed in te lijven en bacterieel DNA zou daarbij bijzonder interessant kunnen zijn, omdat die een beter weerstandssyteem hebben dan dieren”, zegt medeonderzoeker Thomas Boothby. “Bacteriën houden al miljarden jaren stand onder extreme omstandigiheden.” En juist die vreemde genen geven de beerdiertjes hun buitengewone ‘verleefbaarheid’, denken de onderzoekers. Dat gaan ze nu verder uitzoeken. Dat zal wel moeten nadat Georgios Koutsovoulos en de zijnen tot hele andere cijfers kwamen over het vreemde DNA van de beerdiertjes.
Nog wat wetenswaardigheden. Of de gegevens kloppen weet ik niet, maar ook met minder zijn ze indrukwekkend.
Extreme kou: Ze zijn bestendig tegen -273,10ºC (dat is 0,05ºC boven het absolute nulpunt, kouder konden de wetenschappers het namelijk niet maken).
Extreme hitte: +250ºC is ook geen probleem.
Extreme druk: Ze kunnen een druk weerstaan nog zes keer groter dan op het diepste punt van de oceaan (Marianentrog, 11 km).
Extreme straling: Ze zijn met röntgenstralen beschoten, puur om te kijken wat er zou gebeuren. Niks. Die tests werden gedaan met 5.700 Gy aan straling. 1 Gy is ongeveer evenveel als 5000 röntgenfoto’s van je borstkas. 10-20 Gy in één keer is genoeg om een mens te doen sterven.
Extreme droogte: Ze kunnen een decennium zonder water. Waarschijnlijk nog veel langer.
Vacuüm: De ruimte hebben ze waarschijnlijk ervaren als een schoonheidsslaapje.
(Uit: flabber.nl)
Bronnen: bdw, der Spiegel