Ik zal waarschijnlijk niet de enige zijn die weinig fiducie heeft in de uitkomsten van VN-klimaatcon-ferentie die in Parijs aan de gang is. Er worden mooie verhalen opgehangen, maar elk jaar produceren we met zijn allen meer broeikasgassen en wat de landen zelf bereid zijn bij te dragen aan de beteugeling ervan is ver van wat nodig is de aardopwarming af te remmen, laat staan een halt toe te roepen. Er is weinig om ons op te verheugen als het gaat om het afremmen van de aardopwarming.
Zo’n bijeenkomst als in Parijs is natuurlijk een gevoelige zaak. Wil die slagen dan moet je de pijnpunten mijden. Om niet nog eens zo wanvertoning als in Kopenhagen in 2009 te krijgen is niet gekozen voor bindende CO2-doelen, maar wordt gesproken over broeikasgasuitstoot. Alle deelnemende landen mochten hun eigen doelstellingen bepalen en presenteren. Dat hebben die landen inderdaad gedaan en er wordt in Parijs niet over gesproken. Ze komen als aanhangsel bij het klimaatverdrag waarover de landen het eens zullen moeten worden. Sancties zijn er niet. Kortom: het is een bende, ook al roepen de VS en China dat de afspraken bindend zullen moeten zijn. De vraag is dan natuurlijk hoe je die verplichting zou moeten handhaven, als je al zo ver zou komen daar afspraken over te maken.
Op basis van die landendoelstellingen hebben onderzoekers van het Australisch/Duitse instituut voor klimaat en energie de ontwikkeling van de uitstoot van broeikasgassen geschetst, wat nog niet eenvoudig was. Zo heeft India het over percentages ten opzichte van de industriële productie. Hun rekenpartij leverde een erbarmelijk resultaat voor het klimaat op: de uitstoot zou gewoon doorstijgen (zie plaatje). Zelfs ambitieuzere doelstellingen van de landen levert een onafgebroken stijging op tot 2030 met als waarschijnlijk gevolg een aardopwarming van 3°C in 2100. Volgens de eigen klimaatplannen van de landen stijgen de emissies van broeikasgassen de komende vijftien jaren duidelijk, met als enige uitzonderingen de VS en de EU.
In Parijs zal het vooral om geld gaan. Er moet een klimaatfonds komen van 100 miljard dollar. Het zal gaan over hulp, technologie(uitwisseling) en tegemoetkomingen. Tegenover al die ellende staat dan de positie van China, de grootste uitstoter van broeikasgassen, tenminste dat denken sommige deskundigen. China heeft zichzelf niet al te strenge beperkingen opgesteld, maar loopt nu toch tegen veel milieu- en gezondheidsproblemen aan die een gevolg zijn van de manier van energieopwekking (veel kolencentrales). China had gesteld dat het land streeft naar een uitstootplafond in 2030, maar, onder meer, de Duitse natuurkundige Brigitte Knopf van het Mercatorinstituut in Berlijn denkt dat dat eerder gebeurt: “Veel deskundigen denken dat dat plafond al in 2025 wordt bereikt.” Dat zit nog. Hoe dan ook, China, zo bleek onlangs, stoot meer kooldioxide uit dan tot nu toe werd aangenomen. Bovendien hebben zo’n 400 miljoen Chinezen geen stroomaansluiting. Dan hebben we nog India dat binnenkort China als volkrijkste staat zal voorbijstreven en daar leven ook nog veel mensen in armoede. Zoals bekend is het broeikaseffect niet veroorzaakt door de armen en behoeftigen.
Een CO2-belasting zou natuurlijk een handzaam middel zijn, maar daar wordt in Parijs alleen in de wandelgangen over gesproken. Die belasting is in Parijs net zo lastig (zo niet on-)bespreekbaar als verplichte emissiedoelen. We kunnen natuurlijk net doen of we alle tijd van de wereld hebben, maar hoe later de uitstoot aan een plafond zit hoe steiler de daling zal moeten zijn om het nog enigszins prettig op aarde te houden.
Bron: der Spiegel