Het schijnt dat het eten van granaatappels (soms) levensverlengend is. Tenminste uit dierproeven met een urolithine A, zou zijn gebleken dat spiercellen de eeuwige jeugd hebben gekregen en dat de dieren langer in leven bleven. Een stof uit de granaatappel, ellaginezuur, zou door darmbacteriën worden omgezet in het ‘levenselixer’ urolithine A. Nu kijken of dat ook bij mensen werkt. Ga ondertussen niet knoeien met granaatappels, want of het werkt hangt af van die verdomde bacteriën (die niet iedereen heeft).
In bessen en noten maar vooral granaatappels zit een stof met de naam ellaginezuur, een polyfenolverbinding. Het was al bekend dat bepaalde darmbacteriën ellaginezuur omzetten in urolithine A. Die verbinding zou een gunstig effect hebben op cellen. Een groep rond Johan Auwerx van de polytechnische hogeschool in het Zwitserse Lausanne onderzocht of urolithine A inderdaad veroudering tegengaat.
De verbinding werd eerst ‘losgelaten’ op een eenvoudige worm, de Caenorhabditis elegans. Het grote voordeel van dit proefdiertje is dat dat al na acht dagen begint te verouderen. Urolithine A bleek dat verouderingsproces inderdaad te vertragen. Met die stof steeg de levensverwachting van het wormpje met 45%.
Volgens de onderzoekers heeft het stofje effect op de mitochondriën, de krachtcentrales van de cel. Naarmate we ouder worden ontstaan er steeds meer beschadigde mitochondriën, waardoor het functioneren van die organellen steeds minder wordt. Dat proces zou ook een rol spelen bij ziektes als die van Parkinson. Urolithine A zou die achteruitgang van de mitochondriën afremmen.
Na de wormpjes volgden de muizen. Ook daarbij is een teruggang in het aantal slecht functionerende mitochondriën geconstateerd. De conditie van de muisjes ging gevoelig omhoog. Een tweejarige muis, al vrij oud, had met een 42% betere conditie dan zonder.
Wat goed is voor muis en worm zou ook goed kunnen zijn voor de mens, denken de onderzoekers. Ze waarschuwen wel dat het geen zin heeft je vol te stoppen met granaatappels (let op de pitjes!). In die vrucht zit, zoals gezegd, alleen het ellaginezuur en er zijn bepaalde bacteriën nodig om dat stof om te zetten in het ‘leveselixer’. Niet iedereen heeft die benodigde bacteriën. Er schijnen al klinische proeven met mensen te lopen. Nog even wachten, dus (of je moet een potje urolithine A op de kop kunnen tikken).
Bron: bdw