Het hoge aantal vals-positieven in de analyse van functionele-MRI(fMRI)-opnames van de hersens zou wel eens kunnen betekenen dat de uitkomst van veel hersenonderzoek op losse schroeven staat, zo concludeerden vorig jaar Anders Eklund en medeonderzoekers. Recent onderzoek naar de gebruikte analysemethodes zou hebben aangetoond dat Eklund en de zijnen de zaken ernstig overdreven hebben. Paniek zou dus overbodig zijn.

Het aantal vals-positieven in de AFNI-amanlysemethodiek zou wel zo’n 70% kunnen bereiken tegen 5% in non-parametrische methodes zoals hun eigen methode, stelde Eklund. Dat zou iets te maken hebben met een fout in de programmatuur. De onderzoekers van het Amerikaanse nationale instituut voor geestelijke gezondheid NIMH hebben gebruik gemaakt van de resultaten van Eklund c.s. en hebben enkele van hun simulaties herhaald.
Op basis daarvan komen ze tot een heel wat mildere beoordeling van AFNI. Zo zouden de onderzoekers vorig jaar uit duizenden simulaties de slechtste er uit genomen hebben, waarmee ze volgens de NIMH-onderzoekers de zaken schromelijk overdreven. De resultaten van AFNI zouden niet slechter zijn dan van andere analysemethoden. De onderzoekers gebruikten het onderzoek van Eklund nuttige suggesties te doen voor het ontwerp en de analyse van fMRI.

Debat

“Een heftig debat is belangrijk voor wetenschappelijke ontwikkeling”, zegt hoofdredacteur Christopher Pawela van het blad Brain Connectivity waarin het verslag van de NIMH-onderzoekers verscheen. “Dit artikel van Bob Cox en collega’s is onderdeel van een lopende discussie rond de bruikbaarheid van fMRI.” Dat geloof ik graag, maar het is toch niet onbelangrijk te vermelden dat AFNI en de NIMH nauwe banden hebben.

Bron: Alpha Galileo