Magneetresonantiebeelden van hersens van kinderen en jongvolwassenen (afb: univ. van Pennsylvania)
Jarenlang werd aangenomen dat de grijze stof (grijze cellen) in de hersens afneemt op weg naar volwassenwording, maar naar nu zou zijn gebleken neemt dichtheid van de grijze tijdens de adolescantie juist toe. Uit magneetresonantiebeelden (mri) blijkt dat de dichtheid, omvang en massa van de grijze stof en de dikte van de hersenschors (mede) afhankelijk zijn van leeftijd en geslacht.
Het werd algemeen aangenomen dat de grijze stof, het meet- regelcentrum van de hersens, krimpt tijdens de adolescentie. Die conclusies werden getrokken op basis van metingen van de omvang van de grijze stof en de dikte van de hersenschors. Een groter hersenvolume heeft een relatie met een groter leervermogen. Dat lijkt in tegenspraak met de constatering dat de cognitieve vaardigheden van geboorte tot jongvolwassenheid aanzienlijk toenemen.
Uit nieuw onderzoek blijkt dat het volume op weg naar de jongvolwassenheid inderdaad afneemt, maar de dichtheid in feite toeneemt. Vrouwen hebben weliswaar een kleiner hersenvolume, maar evenredig aan hun kleinere afmetingen een grotere grijze-stofdichtheid dan mannen. Dat zou een verklaring zijn voor de gelijkwaardigheid van de geestelijke prestaties van mannen en vrouwen. De dichtheid van de grijze stof is de sleutel van het raadsel.
Opmerkelijk
“Het vrij zeldzaam dat een enkele studie een oplossing heeft voor de paradox die al tientallen jaren onverklaard bleef, laat staan twee paradoxen” zegt onderzoeker Ruben Gur van de universiteit van Pennsylvania. “We hebben nu een rijker en voller beeld van wat er tijdens de hersenontwikkeling gebeurt. We begrijpen nu beter wat er aan de hand is.” Volgens hem kunnen we nu ook beter de omvang van de veranderingen bevatten die zich afspelen op weg naar de volwassenheid.
In het onderzoek werden hersenopnames geanalyseerd van bijna 1200 proefpersonen, in de leeftijd variërend van 8 tot 23 jaar, die deelnamen aan een bevolkingsonderzoek in Philidelphia (VS). Er werd voorheen vooral aandacht geschonken aan het volume en de dikte van de hersenschors, maar de onderzoekers stellen dat de dichtheid van de grijze stof minstens zo belangrijk voor de hersenontwikkeling zou kunnen zijn.
Uiteraard is er nog meer onderzoek nodig om de biologische verklaring voor de gevonden resultaten te achterhalen. Het onderzoek zou ook kunnen helpen te achterhalen hoe hersenziektes zich ontwikkelen.
Bron: EurekAlert