Lachgas, distikstofoxide (N2O), wordt gebruikt als verdovings- maar ook als genotsmiddel. Lachgas is ook een heftig broeikasgas met een 300 keer hogere opwarmingspo-tentie dan kooldioxide. Door de aardopwarming dooien steeds grotere delen van de ooit ‘permanent’ bevroren bodem (permafrost). Daardoor schijnt niet alleen de (ook) broeikasgassen methaan en kooldioxide vrij te komen, maar ook lachgas. Volgens onderzoekers heeft dat verstrekkende gevolgen voor de aardopwarming.
Het vrijkomen van kooldioxide en methaan door de ontdooien van de permafrost was al langer bekend. Die permafrost is een grote voorraadruimte van organisch materiaal, dat door de dooiing door micro-organismen deels wordt omgezet in kooldioxide en methaan. In die voorraadruimte zitten ook veel stikstofverbindingen. Als die afgebroken worden, dan zouden er aanzienlijke hoeveelheden lachgas kunnen vrijkomen. N2O houdt de atmosfeer uitstralingswarmte veel beter vast dan kooldioxide.
Onderzoekers van de universiteit van Oost-Finland rond Carolina Voigt hebben nu in detail uitgeplust hoeveel lachgas er vrijkomt uit stukken dooiende permafrost. Daartoe onderzochten ze in Fins Lapland zestien proefgebieden met turfafzettingen. Daar maten ze in de loop van 33 weken de N2O-uitstoot onder verschillende omstandigheden, zoals vochtigheidsgraad en begroeiing.
Het bleek hun dat de sterkere dooi van turfpermafrost leidt tot een vijf keer hogere uitstoot van lachgas in vergelijking met die in een normale zomer. Volgens de onderzoekers kloppen die resultaten met wat er gevonden is in de bodems van tropische wouden; wereldwijd verreweg de grootste bron van N2O. Hoe natter de turf, hoe minder lachgas er vrij komt. Het ontbreken van begroeiing verhoogt daarentegen de uitstoot.
Kaal
Aangezien het grootste deel van het permafrost onbegroeid en kaal is, zouden door de dooi aanzienlijke hoeveelheden lachgas vrij kunnen komen, denken de onderzoekers. Volgens hun taxaties gaat het daarbij om een kwart van het Noordpoolgebied. Voigt: “Volgens ons kan de dooi van steeds diepere lagen een sterk terugkoppelingseffect hebben op de klimaatverandering, dat nu eens niet met koolstofverbindingen te maken heeft.”
Bron: bdw