Absolute zekerheid is moeilijk haalbaar in dit ondermaanse, maar er zijn sterke aanwijzingen dat de oceanen snel opwarmen. De onderzoekers vergeleken voor hun studie onderzoeks-resultaten van drie verschillende groepen en hoe die omgingen met de problemen die het, betrouwbaar, meten van temperaturen met zich meebrengen.
Alle mooie klimaatakkoorden ten spijt, blijft de concentratie aan broeikasgassen in de atmosfeer nog steeds groeien. Dat geeft wetenschappers dan weer de gelegenheid zich af te vragen waar die warmte heen gaat, om hoeveel warmte het gaat en hoe nauwkeurig hun metingen zijn.
De metingen gebeuren vooral in de oceanen en, zeker in het recente verleden vooral door/vanaf schepen. In feite wordt eigenlijk de opwarming van de oceanen gemeten. Ik neem aan dat dat iets te maken heeft met de temperende werking van water op de temperatuurschommelingen. Een andere voordeel daarvan is dat je vrij makkelijk op grotere dieptes kunt meten.
Om betrouwbare metingen te krijgen moet je veel metingen doen, niet alleen aan het oppervlak, maar op in de diepere delen van de oceanen. Voor je over een ontwikkeling mag spreken, heb je ook metingen over tientallen jaren nodig.
In het nieuwe onderzoek werd gekeken naar metingen van drie verschillende groepen. Ongeacht welke van de drie, elke groep moest vaststellen dat de oceanen opwarmen.
Betrouwbaar
Meten is weten is een ingenieursregel, maar is de meter te vertrouwen? Meters en sensoren hebben afwijkingen, die ook nog eens mettertijd kunnen veranderen. Dan is de manier waarop je meet van belang. Je kunt een emmer water scheppen en daarvan de temperatuur meten. Later kwam er een manier in zwang om de temperatuur te meten bij de waterinlaat voor de scheepsmachines.
De emmermetingen blijken iets lager te liggen dan de inlaatmetingen, doordat de sensoren dan dichter tegen het schip aanliggen. De overgang van de ene meetwijze op de andere, zoals in en na de tweede wereldoorlog gebeurde, gaf een (schijnbaar) sterke opwarming van de oceanen te zien. Weet wat je meet. Weet waar je fout zit en corrigeer daarvoor.
Ook maakt het natuurlijk uit waar je meet. Lang niet overal op de oceanen wordt even intensief gemeten en het valt te verwachten dat metingen op drukke zeeaartroutes, veel metingen gebeurden vanaf schepen, andere resultaten geven dan in de stillere delen van de wereldzeeën
ARGO-vloot
De zogeheten ARGO-vloot, bestaand uit zo’n 3800 onafhankelijke meetsystemen, is tegenwoordig een veelgebruikte meetconfiguratie. Het probleem daarvan is alleen dat die nog maar net komt kijken, want pas sedert 2005 in werking. Dan gaat het er om om de scheepsmetingen te koppelen aan de ARGO-metingen. Vervolgens moet je het ook nog eens worden over het peiljaar. Stijging ten opzichte van 1990 of toch maar 1970?
De onderzoekers bekeken hoe de drie groepen dat soort meetproblemen aanpakten. Ze wilden niet alleen weten hoeveel de aarde (de oceanen) opwarmt, maar ook of die opwarming verschilt verdeeld over de oceanen en op verschillende dieptes.
De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat elk oceaandeel aanzienlijk opwarmt. De drie groepen vertonen wel verschillen, maak dat laat onverlet dat die oceanen opwarmen, hoe je ook meet, wie de metingen ook doet en waar die worden uitgevoerd.
Onder de streep komt steeds te staan dat de oceanen wereldwijd sedert de jaren 70 stevig zijn opgewarmd. Er is wel een substantiële onzekerheid in de warmteverdeling in de oceanen. Dat zou de tegengestelde resultaten verklaren rond de gedachte ‘vertraging’ van de opwarming in het eerste decennium van deze eeuw. De onderzoekers bevelen aan nog eens goed te kijken naar de onderwatermeetresultaten. Verder vinden ze dat er, Naast ARGO, een beter waarnemingsnetwerk moet komen om, bijvoorbeeld, ook in de diepe oceaan te kunnen meten (dieper dan 2 km).
Bron: the Guardian