Het gebruik van niet-fossiele energie stagneert al 25 jaar, stelt New Scientist-analist Michael Le Page. Grote landen snijden in de subsidies voor zonne- en windenergie, maar die zouden ze volgens hem juist moeten verhogen om te voorkomen dat overgang naar een duurzame energievoorziening mislukt.
Dat verhaal van Le Page mag raar klinken temidden van al die jubelende verhalen over de snelle groei van duurzame energie. Op 21 april zou in het Verenigd Koninkrijk een hele dag geen kolen zijn verstookt om elektriciteit op te wekken, iets wat voor het laatst 135 jaar geleden zou zijn gebeurd. Op 7 juni zorgden zon en wind voor meer dan de helft van het elektricteitsverbruik in het VK. Ook uit Denemarken en Portugal komen juichende verhalen, waaruit zou zijn af te leiden dat duurzame energie het helemaal gaat maken.
Volgens de New Scientist-scribent valt daar wel wat op af te dingen. De investeringen in duurzame energie zouden volgens een rapport van Green Alliance in het VK de komende drie jaar met 95% dalen. Landen als Duitsland en Japan schroeven de subsidies op duurzame energie terug.
Wereldwijd gezien stijgt de toepassing van duurzame energie razendsnel, aangevoerd door een ontketend China. “Wat je leest en hoort komt niet overeen met de cijfers”, zegt Jan Petter Hansen van de universiteit van Bergen (No). Volgens zijn analyse zal duurzame energie pieken in 2030 als die in nog geen 10% van de wereldenergiebehoefte voorziet.
Momenteel voorziet duurzame energie volgens BP nog maar in 8% van het wereldverbruik aan elektriciteit. Dat is maar 3% van wereldenergieverbruik.
Dat is allesbehalve spectaculair te noemen, ook als je weet dat duurzame energie dé methode is om de kooldioxideuitstoot te verminderen. Als je kernenergie en waterkracht als duurzaam rekent, wat natuurljk niet klopt, kom je op een totaal van 14%. De overige 86% van onze energie komt uit het verstoken van fossiele brandstoffen. Dat cijfer is de laatste 25 jaar nauwelijks veranderd (zie grafiek).
Kolen lang niet weg
Ondanks dat er steeds minder kolen gebruikt wordt voor energieopwekking is kolen nog lang niet uitgebrand. Er staan honderden nieuwe kolencentrales op de rol in landen als India. Sommige optimisten beweren dat die nooit zullen worden gebouwd, maar de discussie in Nederland over het al of niet sluiten van kolencentrales geeft al aan hoe weinig wij in het rijke westen geneigd zijn die vieze centrales dicht te gooien. Geld, geld, veel draait om geld. Ondertussen vullen gas en olie de gaten op die kolen laat vallen.
In het huidige tempo zal het nog eeuwen duren voor we een duurzaam energiesysteem hebben. Het wordt steeds onwaarschijnlijker dat de mensheid er in zal slagen de aardopwarming binnen de 2°C te houden.
Duurzaam zou qua prijs al kunnen concurreren met fossiel, ook zonder subsidies. Als de prijs van duurzame energie nog verder zakt dan zal de overgang naar een duurzame wereldenergievoorziening snel gaan, stellen sommigen. De voorspellingen zouden zelfs steeds ingehaald zijn door de werkelijkheid, zoals zelfs het skeptische internationale energieagentschap zou hebben moeten toegeven.
Subsidies zouden niet meer nodig zijn, maar volgens Giles Redpath van Hive Energy, die zonder subsidie een zonnepark bouwt, zijn dergelijke ondernemingen nog steeds niet winstgevend. Het zou daarom ook een slecht idee zijn om in de subsidies op duurzame energie te snijden. Le Page wil niet helemaal uitsluiten dat de huidige slapte in de markt van duurzame energie slechts tijdelijk is, maar de geschiedenis maakt niet optimistisch, vindt hij.
Kernenergie
In de jaren 50 werd voorspeld dat kernenergie fossiele brandstoffen zouden verdrijven bij de opwekking van elektriciteit. Niet dus. Nieuwe energietechnieken winnen aanvankelijk slechts langzaam aan belang. Dat is een proces van tientallen jaren en na een snel groeiende tweede fase komt de ‘verzadiging’, de S-kromme.
Wind en zon zitten nu in die snelle groeifase, maar als de analyse van de Noorse onderzoeker Hansen (c.s.) klopt dan zouden er al tekenen zijn dat die groei afvlakt. Dat is natuurlijk maar een analyse, maar toch.
Duurzame energie is flexibel en opschaalbaar, maar heeft ook het grote probleem van de leveronzekerheid. Dat zou betekenen dat op grotere schaal duurzame energie steeds duurder wordt, stelt Le Page. Daar zijn natuurlijk mouwen aan te passen met behulp van opslagsystemen zoals het omzetten van een overmaat aan groene energie in het zeer ‘energieke’ waterstof, maar energieopslag zal het gebrek aan zonlicht in de winter niet compenseren, stel hij.
Juliet Davenport van het groene energiebedrijf Good Energy is echter optimistisch. “Er is een manier naar 100% duurzame energie. Dat is in het VK economisch haalbaar.”
De markt gaat het niet doen, zeker niet alleen. De politiek zal druk moeten blijven uitoefenen. Subsidies zijn niet het enige ‘drukmiddel’. Het subsidiëren/faciliteren van fossiele brandstoffen zal moet worden afgebouwd en er zal een fikse boete op milieuvervuiling moeten komen, stelt Le Page.
Overheidssturing
Frankrijk heeft in het verleden laten zien dat overheidssturing tot heel wat in staat is op dit terrein. Driekwart van de elektriciteit in dat land is afkomstig van kernenergie. Daar is bewust naar gestreefd nadat de olieprijzen in de jaren 70 omhoogschoten. Alle landen zouden dat scenario moeten nastreven om een snellere overgang naar duurzaam te kunnen verwezenlijken. Dat is broodnodig, vindt ook Hansen.
Bron: New Scientist