“Natuurbescherming werkt als de financiering en beheer goed is en de gebieden goed gekozen zijn”, zegt onderzoeker James Watson van de universiteit van Queensland (Aus). “Dan zijn dergelijke gebieden uiterst effectief om bedreigingen te keren die leiden tot soortverlies. Zelfs soorten die op de rand van uitsterven staan kunnen zo gered worden.”
Zo op het oog ziet het er florissant uit met de natuurbescherming. Sinds de top in Rio de Janeiro in 1992 is de beschermde natuur in oppervlak bijna verdubbeld en geldt nu voor bijna 15% van het landoppervlak van de aarde, maar het ene natuurreservaat is het andere niet. Sommige beschermde gebieden mogen helemaal niet bezocht worden, in andere worden menselijke ingrepen geduld of wordt zelfs grondstofwinning toegestaan.
Watson en de zijnen hebben de situatie voor het eerst eens wat nauwkeuriger bekeken. Ze hebben geprobeerd de menselijke voetafdruk bij 50 000 natuurreservaten te bepalen. Daartoe verzamelden ze gegevens over bebouwing, wegen (ook spoor- en waterwegen), maar ook het deel dat voor landbouw gebruikt wordt en cijfers over de bevolkingsdichtheid en de lichtvervuiling.
Grootste deel
Het merendeel van de beschermde natuurgebieden staat onder druk van de menselijke activiteit: meer dan 90%. Eenderde, rond zesmiljoen km2, staat ernstig onder druk, stellen de onderzoekers. In die ‘beschermde’ gebieden troffen de onderzoekers uitgebreide infrastructuur aan zoals autowegen, industriële landbouw en zelfs hele steden. Veel van dergelijke ‘beschermde’ gebieden liggen in Europa, in delen van Azië en in Afrika.
De onderzoekers maken zich het meeste zorgen om gebieden die bij de aanwijzing als beschermde natuur nog intact waren (als natuurgebied). “Van de sedert 1993 als beschermd aangewezen gebieden is 200 000 km2 van bijna maagdelijk verworden tot een zwaar door mensen belast natuurreservaat”, schrijven ze. In driekwart van alle landen staat meer dan de helft van de beschermde gebieden onder zeer zware druk.
Watson: “Overheden zeggen dat ze daar de natuur willen behouden, maar in werkelijkheid gebeurt dat niet. Dat is ook een van de hoofdoorzaken dat de soortenrijkdom nog steeds katastrofaal daalt, hoewel er de laatste decennia steeds meer beschermde natuurgebieden gekomen zijn.”
Lichtpunten
Er zijn echter ook wat lichtpunten te melden, stelt de onderzoeker. “Er zijn veel beschermde gebieden die nog steeds in goede conditie zijn die de laatste vluchtplaatsen vormen voor bedreigde diersoorten.” Daarbij gaat het om goede gefinancierde terreinen met een relatief groot oppervlak die goed beschermd worden. Daar is de menselijke invloed nauwelijks toegenomen en nog steeds gering.
Watson: “Het beheer van die gebieden die het waardevolst zijn voor het behoud van de natuur zal nog verder verbeterd moeten worden.”
Bron: bdw