Is de blindedarm ‘schuldig’ aan Parkinson?

De blindedarm wordt op zijn best gezien als nutteloos orgaantje. Pas als dat ontstoken raakt worden er rigoureuze maatregelen genomen en wordt het pinkgrote orgaantje verwijderd. Nieuw onderzoek zou aannemelijk hebben gemaakt dat dat nutteloze orgaantje wel eens de oorzaak van de ziekte van Parkinson zou kunnen zijn. Het blijkt dat mensen waarbij de blindedarm op jonge leeftijd is verwijderd, 20% minder kans hebben die hersenziekte te krijgen.

Veel onderzoekers denken nu de oorzaak van Parkinson in de darmen te kunnen vinden. Dat zou een radicale verandering in de opvattingen over die ziekte betekenen. Een patiënt met Parkinson heeft misvormde eiwitten (α-synucleïne) in sommige hersencellen. Wat dat eiwit precies doet is niet bekend, maar wel dat als dat misvormd is de cellen het loodje leggen. Dat zijn nou net de cellen in het deel van de hersens die de beweging sturen.
Naast problemen met bewegingen zijn Parkinsonpatiënten vaak ook nog behept met darmstoornissen zoals verstopping. Die kunnen tientallen jaren optreden voordat er andere problemen ontstaan. Onderzoekers waren er al achtergekomen dat mensen met maagzweren minder kans op Parkinson hadden als ze een vagotomie hadden ondergaan, waarbij de zwerfzenuw (nervus vagus) wordt doorgesneden. Die loopt van de hersens naar diverse delen in het spijsverteringskanaal.

Dat gaf Heiko Braak zo’n tien jaar geleden het idee dat Parkinson vanuit de darmen naar de hersens ‘uitzaait’. Die theorie is nog steeds omstreden. Het is zoiets als een telefoonspelletje. Het niet-functionerende eiwit α-synucleïne zou zich dan via de zenuwbanen van de zerfzenuw verspreiden door gezonde vormen te veranderen in misvormde.

Blindedarm

Neurowetenschapster Viviane Labrie van de Amerikaanse Van Andelinstituut en medeonderzoeksters besloten zich te richten op de blindedarm. Hoewel dat orgaantje niet noodzakelijk is zou het best wel eens kunnen zijn dat het wel degelijk een functie heeft. In het orgaantje bevinden zich afweercellen die de darmen beschermen tegen ziekteverwekkers en bacteriën die zouden zorgen voor het juiste evenwicht in de darmflora. Zowel ontstekingen als verstoringen van de darmflora worden aangemerkt als risicofactoren voor Parkinson.

Vier onderzoeksgroepen gingen op zoek naar het bewijs dat appendectomie (het verwijderen van de blindedarm) leidt tot een verminderd risico op Parkinson. Drie groepen konden niks vinden. De vierde, die van Labrie, wel. Daar deden de onderzoekers wat in de andere drie groepen was nagelaten: het volgen van een grote groep mensen gedurende een voldoend lange tijd.
Ze verlieten zich op Zweeds materiaal van 1,7 miljoen mensen. Een op de honderd mensen krijgt na zijnhaar 65ste Parkinson, maar als je je blindedarm kwijt was, dan daalde dat risico met 20%.
Dat is niet wereldschokkend, maar wel degelijk opmerkelijk. Wanneer de onderzoekers hun Zweden opdeelden in plattelands- en stadsbewoners, dan bleek de vinding alleen nog op te gaan voor de plattelandsbewoners. Volgens Labrie zit daar ‘m de crux. Het ontbreken van de blindedarm zou in dit opzicht extra voordeel opleveren doordat er een of andere ‘aanstichter’ in de buurt was. Gedacht wordt aan bestrijdingsmiddelen (dat wordt wel een heel ingewikkeld verhaal).

Jong

Op zoek naar een bewijs voor dat beschermende effect, bestudeerden de onderzoekers gegevens van een internationale studie onder 800 Parkinsonpatiënten. Zij vonden dat als die hun blindedarm meer dan twintig jaar voor hun Parkinsondiagnose waren kwijtgeraakt, het in vergelijking met de blindedarmbezitters langer duurde voordat ze die ziekte kregen; gemiddeld zo’n drieënhalf jaar. Hoe ouder hoe minder effect het verwijderen van de blindedarm had. De verwijdering van de blindedarm hielp ook niet bij mensen met een of meer overgeërfde mutaties die een risicofactor zijn voor Parkinson.

De onderzoeksters bekeken ook de verschillende vormen van αS in de blindedarm van 48 gezonde mensen. Op twee na bevatten die misvormde αS-klonters zoals die bij Parkinson in de hersens voorkomen. Dat was verrassend voor de onderzoekers. Labrie: “Het zit kennelijk in iedereen, maar wordt pas een probleem als het naar de hersens glipt.”
Over waarom niet iedereen Parkinson krijgt kan Labrie alleen maar speculeren. Bij Parkinsonpatiënten vonden de onderzoekers in hun blindedarm veel meer (tot vier keer) gesplitste, ‘klonterrijpe’ αS-moleculen dan bij gezonde personen. Of dat het verschil uitmaakt is niet bekend. Misschien dat een ontsteking of een verandering van de darmflora een rol speelt, suggereren de onderzoekers, maar het komt er op neer dat ze het niet weten.

Labrie raadt mensen niet aan hun blindedarm te verwijderen om Parkinson te vermijden. “Dat gaat me te ver.” Het is ook niet zo dat je dan geen Parkinson meer kan krijgen. Zij en haar medeonderzoeksters duiken nog dieper in de materie en proberen de verschillen in de inhoud van de blindedarm van Parkinsonpatiënten en gezonde mensen nog verder uit te spitten. Ook proberen ze te achterhalen hoe het komt dat dat eiwit zich zo misdraagt. Misschien zou je dan eerst eens kunnen uitzoeken waar dat eiwit voor dient, in welk proces het een rol speelt?

Bron: Science

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.