Dat de landen tot nu toe te weinig doen om de onder de 2°C-grens (of liever nog de 1,5°C-grens) aardopwarming te blijven is maar al te duidelijk. We hoeven daarvoor alleen maar naar de Nederlandse overheid te kijken die tot de Hoge Raad gaat om de eis van Urgenda te dwarsbomen om in 2020 tenminste 25% minder kooldioxide uit te stoten dan in 1990. Met dat soort talmende en dwarsbomende overheden stevenen we eerder af op een aardopwarming met 4°C of zelfs meer, zo maakt nieuw onderzoek aannemelijk.
Het doel van het onderzoek is klimaatonderhandelaars informatie te geven over de vorderingen en eventueel nieuwe eisen om de eind 2015 in Parijs afgesproken klimaatdoelen te halen. Van elk land werden de klimaatambities bekeken en werd berekend tot welk resultaat die inspanningen (of gebrek aan) zouden leiden als ze op wereldschaal zouden worden toegepast.
Van de grote landen ligt India bijna op koers met een opwarming van 2°C. Minder ontwikkelde landen blijken over het algemeen ambitieuzer dan de rijkere landen. Dat heeft er ook mee te maken dat in die landen minder fabrieken, krachtcentrales en auto’s zijn, zodat er minder verminderd hoeft te worden.
Daartegenover staan de rijkere landen als China, Saoedi-Arabië, Rusland en Canada die vrijwel niets doen om de kooldioxideuitstoot te beperken. Canada wint notabene nog steeds grote hoeveelheden olie uit teerzanden. Voorlopig lijken de machtige oliebedrijven nog steeds het hoogste woord te hebben. Daardoor zal de aardopwarming eerder uitkomen op 5°C, dan op de afgesproken 1,5°C, hooguit 2°C.
Naast deze ‘olieboeren’ hebben we nog een categorie landen die het maar fractioneel minder slecht doen zoals de VS en Australië. die dan nog wel wat inspanningen leveren om de kooldioxideuitstoot terug te dingen. Dan hebben we het echter op pogingen die verre tekortschieten en uit zullen draaien op een aardopwarming van 4°C.
EU
De EU presenteert zich graag als voorloper op het gebied van klimaatmaatregelen, maar de EU-landen doen het maar ietsje beter dan bovengenoemde categorieën. Bovendien houden die landen zich niet aan hun beloften. “Het is opvallend te constateren hoe ver verwijderd sommige landen zijn, zelfs die landen die zich als kampioenen van de klimaatmaatregelen zien”, zegt Yann Robiou du Pont van de universiteit van Melbourne, een van de auteurs.
Het probleem is dat de middelen om de doelstellingen te behalen zijn vastgesteld door de overheden van de diverse landen. Bijna elke regering heeft een benadering gekozen die haar belangen diende en hun land voordeel oplevert ten opzichte van andere landen, stellen de auteurs. Zoals gezegd hebben de auteurs de doelstellingen van elk land vertaald naar wereldniveau. Daarbij zouden ze zelfs nog mild geweest zijn in hun oordeel. Het kan dus allemaal nog veel erger zijn.
Volgens de onderzoekers zouden landen moeten mikken om een maximale aardopwarming van 1,4°C om onder de 2°C-grens te blijven. Zij hopen dat hun rekenwerk zal worden gebruikt op de VN-klimaatbijeenkomst die volgende maand in Katowice in Polen zal plaatsvinden. De onderzoekers denken dat de resultaten van het onderzoek verfijnd kunnen worden naar lager niveau, zodat, bijvoorbeeld, de uitkomsten kunnen worden voorspeld per Amerikaanse staat. Ook stellen ze dat sommige belangrijke sectoren nog niet zijn inbegrepen in hun berekeningen zoals de verandering van landgebruik, de scheep- en luchtvaart.
Inspireren
Ondanks de nogal alarmerende uitkomst van de studie denkt Robiou du Pont dat die mensen eerder zal inspireren dan ontmoedigen. “Het positieve is dat we methode hebben om het effect van onze ambities te berekenen. De maatschappij kan hiermee overheden aanspreken zoals onlangs in Nederland is gebeurd (daarmee wordt de Urgenda-zaak bedoeld; as). “Dit onderzoek vertaalt het gebrek aan ambitie op wereldschaal naar dat op landenschaal. Als we kijken naar de ambitie om de schade aan de aarde te beperken, dan ben ik nogal pessimistisch, maar dit moet een motivatie zijn onze ambitie bij te stellen.”
Bron: the Guardian