De wereld besteedt per jaar wereldwijd een halfbiljoen dollar (ongeveer € 350 mrd) aan subsidies voor fossiele brandstoffen, zo bericht het Britse ODI in een rapport. Volgens dat rapport besteden de rijke landen zeven keer meer aan subsidies voor kolen, olie en gas, dan dat ze uitgeven aan steun voor arme landen om ze te helpen klimaatverandering tegen te gaan. Sommige landen – waaronder Egypte, Marokko en Pakistan – geven meer uit aan subsidies dan het nationale tekort groot is, zegt het persbericht. Het ODI roept de rijke landen verenigd in de G20 op de subsidies uiterlijk in 2020 te beëindigen. Volgens het Internationaal Energie-agentschap zijn de subsidies voor fossiele brandstoffen zes keer hoger dan voor duurzame energie. De OESO, de economische organisatie van rijke landen, stelt dat de belasting op steenkool lager is dan voor andere brandstoffen. Lees verder
Categorie archieven: energie
“Overgang naar duurzame samenleving kost pijn”
Volgens promovendus Jérôme Dangerman van de Nijmeegse Radboud-universiteit zit de overgang naar een duurzame energieproductie op slot en dat zal niet veranderen als er geen harde, doelgerichte maatregelen worden genomen. Het alternatief is een wereldwijde energiecrisis.
Lees verder
Zeewindparken goed voor de fauna (zeggen ze in Duitsland)
Volgens een studie van het Duitse bureau voor de zeevaart en hydrologie (BSH) kunnen windparken voor de Duitse kust een gunstig effect hebben op flora en fauna, zo meldt het Duitse blad Der Spiegel. Het bureau heeft zijn onderzoek gedaan bij de proefinstallatie in het zeewindpark Alpha Ventus.
Eindelijk af van de stoommachine?
Het maken van elektriciteit is een nogal inefficiënte en ouderwetse bezigheid. Je maakt een pot water warm, wringt de stoom die daarvan af komt door wat pijpjes en brengt met de zo ontstane gasstroom een magneet aan het draaien die wisselstroom induceert in een spoel. We kunnen duur doen, maar zo primitief is het nog steeds. De zon is een gulle schenker van energie, maar wij, slimme mensen, weten daar nauwelijks van te profiteren. Zonnecellen zijn een elegante manier om licht direct om te zetten in elektriciteit, maar daar zijn we al jaren mee aan het knoeien, vooral vanwege de hoge kosten en het relatief lage rendement (dat is een kip/ei-verhaal). Er zijn ook technieken om direct warmte om te zetten in elektriciteit, maar ook die kampen met lage relatief rendement. Aan de Eidgenossische technische Hochschule Zürich schijnt wat dat betreft nu een stap in de goede richting gezet te zijn: een systeem dat helpt bij het zoeken naar hogere rendementen, de thermoelektrische materiaalemulator.
Britten gaan door met kernenergie
Terwijl Duitsland en Japan zeggen kernenergie te hebben afgezworen, maakt Engeland bekend een nieuwe kerncentrale op locatie Hinkley C (of eigenlijk twee van elk 1600 MW) te gaan bouwen. De locatie was ooit bedoeld voor de bouw van windturbines. Het grootste deel van de opdracht voor de bouw gaat naar het Electricité de France (EdF). De Chinese bedrijven CGN en CNNC zullen een belangrijk aandeel in de bouw hebben evenals het Franse Areva. Lees verder
Zonnecel met opbrengst van 44,7% gemaakt
Een Frans/Duitse onderzoeksgroep heeft een nieuw voorlopig record voor zonnecellen gevestigd van 44,7%. De rendabele zonnecel is gebouwd volgens een nieuwe techniek, waarbij de cel bestaat uit vier subcellen. Eerder dit jaar kondigden de deelnemende instituten en bedrijven (Fraunhofer ISE, Soitec, CEA-Leti en het Helmholtzinstituut) al een cel aan met een rendement van 43,6%. Op naar de 50%, is de gedachte van de betrokkenen. Lees verder
Schone energie het goedkoopst
Als je de kosten voor het neutraliseren van de kooldioxideuitstoot en gezondheidseffecten in beschouwing neemt, dan is het goedkoper om energie duurzaam op te wekken dan met kolenstook, zo valt in het wetenschapsblad Journal of Environmental Studies and Sciences te lezen. Uitgaande van de officiële Amerikaanse schattingen van de gezondheids- en milieukosten, zou het nu al goedkoper zijn kolencentrales te vervangen door windturbines dan die centrales te laten doordraaien. En windenergie zou ook rendabeler kunnen zijn dan aardgasgestookte centrales. Lees verder
Kosten klimaatopwarming lopen sterk op
Klimaatonderzoeker Gunnar Luderer (PIK)
Hoe langer er gewacht wordt met het nemen van maatregelen om onze energievoorziening koolstofarm te maken hoe sterker de kosten oplopen om, zoals internationaal afgesproken, de aardopwarming binnen de 2°C te houden. Dat is de boodschap van Gunnar Luderer en zijn medewerkers van het Potsdammer instituut voor klimaatonderzoek PIK. Luderer: “De gevolgen voor de economie bij uitstel zullen vergelijkbaar zijn met die van de financiële crisis die we net hebben meegemaakt.” Op het ogenblik zijn landen nog steeds aan het onderhandelen over een bindend akkoord, terwijl de kooldioxide-emissies blijven stijgen. Een deel van het probleem is dat politici aanhikken tegen de initiële kosten. “Daarom”, zegt Luderer, “hebben we voor het eerst de kosten op de korte termijn berekend. Die zouden wel eens belangrijker kunnen zijn dan de totale kosten.” Lees verder
‘Zonnecel’ produceert waterstof
Het is een oude droom om net als planten direct zonlicht te kunnen omzetten in voor het organisme bruikbare energie. Zeker 30 jaar geleden was ik in Berlijn bij, dacht ik, de afdeling bionica van de technische universiteit in het toen nog verdeelde Berlijn, waar onderzoekers enthousiast vertelden over plantjes die waterstof produceren. Het verhaal is vaak herhaald, zij het dat het dan steeds weer om andere onderzoekers ging: ergens was er kennelijk steeds iets niet helemaal goed gegaan. Afijn nu dus weer een verhaal van een systeem dat zonlicht gebruikt voor de directe omzetting van water in zijn basiscomponenten zuurstof en waterstof. Halleluja. Nog maar even afwachten wat dat oplevert.
Onderwijl kan ik wel vertellen wat de onderzoekers van de Lawrence Berkeley-lab, onderdeel van het Amerikaanse ministerie van energie, hebben uitgevoerd: ze hebben met behulp van zonlicht water ontleed in waterstof en zuurstof. Het hart van het systeem is een halfgeleider die licht opvangt en omzet in energie waarmee water is te ontleden in zijn basiscomponenten. De halfgeleider krijgt daar hulp van een katalysator, die de splitsing van water vergemakkelijkt.
Aan energie ontbreekt het de aarde niet. Elk uur komt, volgens het persbericht van het instituut, meer zonne-energie op de aarde terecht dan de mensheid in een jaar opsoupeert. Het lab waar het onderzoek gedaan is, het centrum voor kunstmatige fotosynthese (JCAP), is in 2010 opgericht. De doelstelling van het lab is de (natuurlijke) fotosynthese 10 keer zo efficiënt te maken.
In oudere systemen zijn de katalysatoren vastgezet op een niet lichtgevoelige ondergrond. Daarbij moet een externe stroombron gebruikt worden om water te splitsen. Gary Moore en zijn medewerkers hebben de ‘stroomgenerator’ (de halfgeleider) en de katalysatoren gecombineerd. “Daardoor kunnen we eenvoudig door het belichten van de fotokathode waterstof genereren”, stelt Moore.
De fotokathode van Moore bestaat uit de halfgeleider galliumfosfide en een kobaltkatalysator. Galliumfosfide absorbeert zichtbaar licht waarmee het meer licht van de zon kan opvangen dan een halfgeleider die absorbeert in het ultraviolette spectrum, hetgeen resulteert in een hogere ‘energieopbrengst’ en (dus) hogere waterstofproductie. Het vervelende van galliumfosfide is alleen dat die halfgeleider tamelijk onstabiel kan zijn in een fotoelektrochemisch proces.
Moore en zijn medewerkers ontdekten dat als je de halfgeleider bedekt met een laag kunststof (polyvinylpyridine) die stabiliteit toeneemt terwijl tegelijkertijd de waterstofproductie aanzienlijk stijgt. “Dat modulaire systeem van halfgeleider, deklaag en katalysator betekent dat we ook andere combinaties kunnen uittesten. Zo zouden we de dure metaalkatalysatoren de we nu gebruiken kunnen vervangen door kats die gebaseerd zijn rijker op aarde voorkomende materialen”, stelt Moore. Ondanks zijn goede elektronisch eigenschappen kan galliumfosfide een deel van het zichtbare zonnespectrum niet absorberen, waardoor de ‘energieopbrangst’ niet optimaal is. Moore is nu op zoek naar halfgeleiders die een groter deel van het spectrum opnemen en katalysatoren die sneller werken bij lagere spanning. Ook onderzoeken de wetenschappers of met hun systeem het broeikasgas kooldioxide kan worden gereduceerd.
Bron: Eurekalert
Halfsynthetische lichtspons vangt veel zonne-energie
Van een ring van eiwitten en kleurstoffen, half synthetisch, half natuurlijk, is een soort ‘lichtspons’ te maken die meer licht absorbeert dan natuurlijke lichtvangers. Planten en sommige bacteriën hebben een soort antennes om licht op te vangen en om te zetten in bruikbare energie. Die ‘antennes’ bestaan uit een eiwitgeraamte en kleurstoffen. Het aantal en de variatie in kleurstoffen bepaalt hoeveel van het zonlicht effectief wordt ingevangen.
Uitgaande van deze natuurlijke lichtsponzen zijn onderzoekers van de universiteit van Washington verder gaan experimenteren met kleurstoffen als Oregon-groen, rhodamine-rood en een synthetische variant van een bacteriële lichtspons die werkt in het nabije infrarood. Ze maakten twee typen lichtsponzen. Beide halfsynthetische lichtsponzen absorbeerden meer licht van het zonnespectrum dat de sponzen in een paarse bacterie, de inspiratiebron voor hun onderzoek. De halfsynthetische lichtvangers zijn ook veel eenvoudiger te maken dan de volledig synthetische.
De antennes zijn bedoeld in systemen waarvoor energie nodig is om, bijvoorbeeld, water te kunnen splitsen in waterstof en zuurstof of voor het bouwen van zeer kleine apparaatjes op molecuulschaal (molmotors).
De natuur heeft verschillende manieren om zonne-energie op te vangen, maar is daarbij volledig afhankelijk van kleurstoffen. Die stoffen hebben die kleur omdat ze bepaalde lichtfrekwenties (niet die van de kleur) sterk absorberen. De populairste kleurstof in de natuur is chlorofyl (bladgroen). Een vernuftig systeem, maar door het beperkte gebruik van de kleurstoffen missen planten en lichtbacteriën een belangrijk deel van het zonnespectrum en daarmee van de hoeveelheid energie die de zon ons biedt. Die, deels, synthetische kleurstoffen moeten dat gat opvullen en de opbrengst verhogen. Een van de betrokken onderzoekers, Jonathan Lindsey, stelt tijdens het onderzoek maar twee kleurstoffen zijn toegevoegd, maar dat dat er meer moeten zijn. “We onderzoeken hoever we kunnen gaan met het eiwit.”
Dat de lichtsponzen simpeler te maken zijn dan de volledig synthetische heeft er meer te maken dat de onderzoekers daarbij gebruik maakten van de zelfassemblage, een fenomeen waarbij onder de juiste omstandigheden de lichtspons als vanzelf wordt vormgegeven.
Bron: Science Daily