‘Gekke’ prof overlijdt voor hij de pekdruppel ziet vallen.

John Mainstone bij 'zijn' perkdruppelproef (foto: universiteit van Queensland)

John Mainstone bij ‘zijn’ perkdruppelproef (foto: universiteit van Queensland)

Gelukkig heb je nog steeds maffe geleerden. John Mainstone, vroeger hoofd van de vakgroep natuurkunde aan de universiteit van Queenland (Australië), was hoeder van de in 1927 door Thomas Parnell opgezette pekdruppelproef.  Pek ziet er uit als een vaste stof, maar is in feite een vloeistof was Parnells redenering en hij zou dat laten zien door het uit te gieten. Hij vulde een glastrechter met pek en nu was het wachten op de druppels. Overigens duurde het drie jaar voor het pek zich naar de glastrechter had gevormd. Mainstone nam de proef ruim 50 jaar geleden onder zijn hoede. Hij is onlangs op de leeftijd van 78 jaar gestorven, zonder dat hij ook echt ooit een druppel heeft zien vallen.
In die 83 jaar sedert dat de trechter zich ‘gevuld’ had, hebben zich 8 druppels gevormd, maar het moment suprême werd steeds net gemist. In 1988 zou het dan weer zo ver zijn. Mainstone wilde nog gauw een kop koffie gaan halen, maar het wonder was gebeurd toen hij weer met de koffie bij de glastrechter stond. November 2000 was het weer raak: een druppel pek in wording. Pech o verdomde pech: de webcamera viel uit toen het gebeurde.
De dood van Mainstone maakt geen eind aan het experiment. Om alle pech voor te zijn, zijn er drie webcamera’s geïnstalleerd. Volgens Mainstone zou die druppel voor het eind van dit jaar gaan vallen.
Toch heeft Mainstone niet helemaal voor niks geleefd. Aan het Trinity College in Dublin loopt sedert 1944 ook een pekproef. De Ieren zijn wel in staat geweest het vallen van een pekdruppel te filmen. Mainstone kon er geen genoeg van krijgen.

Bron: Der Spiegel

Hoogleraar LUMC vervalste onderzoeksgegevens

Een Belgische hoogleraar aan het academisch ziekenhuis in Leiden (LUMC) is betrapt op knoeien met onderzoeksgegevens. De vrouw sjoemelde drie jaar lang, vooral ’s nachts, met bloedmonsters om een door haar ontworpen test als betrouwbaar voor te stellen. Begin juni werd ze op staande voet ontslagen. Minstens één wetenschappelijke publicatie is ingetrokken.
Sinds 2010 sloop de hoogleraar reumatologie regelmatig haar eigen lab binnen om onderzoeksmateriaal te manipuleren. De vrouw, die in 2002 promoveerde aan de Universiteit Antwerpen, had een test ontwikkeld waarmee de aanwezigheid van zeer specifieke antistoffen bij patiënten met reumatoïde artritis zou kunnen worden aangetoond. Haar theorie verscheen in januari 2010 in het blad van de Amerikaanse academie van wetenschappen PNAS. Bij een vervolgstudie bleek de test echter nauwelijks te werken, waardoor ze onder zware druk kwam te staan. Volgens de onderzoekscommissie van de universiteit, besloot ze daarop de test te manipuleren. ’s Avonds en ’s nachts maakte ze negatieve bloedmonsters toch positief door ze te mengen met andere monsters, of door er de antistoffen van muizen aan toe te voegen. In maart roken medewerkers echter onraad, waarop de zaak aan het licht kwam.Tegen de onderzoekscommissie heeft de reumatologe de feiten meteen toegegeven. Ze zei daarbij alleen te hebben gehandeld. De veertiger is ondertussen nog steeds als gasthoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, maar het dagelijks bestuur van de faculteit zal zich maandag over haar toekomst buigen, zo meldt De Standaard

Bron : De Standaard

Spinozaprijzen toegekend

Toekenning Spinozaprijzen 2013NWO-Spinozalaureaten Bert Weckhuysen, Piek Vossen en Michail Katsnelson met NWO-voorzitter Jos Engelen na de bekendmaking van de NWO-Spinozapremies 2013. (Foto: NWO/Arie Wapenaar)

Vandaag heeft de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek NWO aan drie in Nederland werkende onderzoekers de Spinozaprijs toegekend. De gelukkigen zijn: de natuurkundige Michail Katsnelson (Rusland), chemicus Bert Weckhuysen (België) en taalwetenschapper Piek Vossen (Nederland). Dat maakte Jos Engelen, de voorzitter van NWO,  bekend tijdens de jaarlijkse Bessensap-bijeenkomst. De prijzen, elk € 2,5 miljoen, zullen in het najaar worden uitgereikt. De onderzoekers mogen dat geld geheel naar eigen inzicht voor eigen onderzoek gebruiken.
Natuurkundige Michail Katsnelson (1957) van de Radboud Universiteit in Nijmegen, hoogleraar theoretische natuurkunde, is wereldwijd de meest geciteerde en invloedrijkste theoreticus op het gebied van grafeen. Zijn publicaties over dit onderwerp zijn 12.000 keer geciteerd. André Geim, die in 2010 de Nobelprijs voor de natuurkunde ontving voor de ontdekking van grafeen, noemde het werk van Katsnelson onmisbaar. Het onderzoek van Katsnelson ligt ten grondslag aan vrijwel alle ontdekkingen en voorspellingen over grafeen. Hij voorspelde onder andere Klein-tunneling in grafeen en het veranderen van de elektrische eigenschappen van grafeen als het materiaal wordt opgerekt. Grafeen heeft vele opzienbarende eigenschappen, die nog lang niet alle ontdekt zijn.
Piek Vossen (1960) is hoogleraar computationele lexicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij combineert taalwetenschap en informatica om taalkundige verschijnselen te analyseren met de hulp van computermodellen. Hij maakte voor de Europese Unie ‘wordnets’ in acht talen. Wordnets zijn spinnenwebben van alle woorden van een taal, met elkaar verbonden op basis van betekenis. Door de wordnets onderling te koppelen legde Vossen de basis voor systematisch onderzoek naar de verschillen en overeenkomsten en naar betekenis en cultuur in talen. Wordnets maken het bovendien mogelijk dat taal beter begrepen wordt door machines.
Vossen breidde het project vervolgens uit en richtte samen met andere wetenschappers in 2000 de Global WordNet Association op, waarvan hij nu voorzitter is. Inmiddels zijn er van ruim 100 talen wordnets die onderling verbonden zijn. Vossen voegde een fundamenteel element toe aan de wordnets door ze te koppelen aan ontologieën: logische definities van concepten die computers in staat stellen te ‘redeneren’. Zijn recentste project is de Geschiedenisrecorder. Dat is een computersysteem dat nieuwsberichten verzamelt, die van vandaag aan die van gisteren koppelt en verder terug in de tijd. Zo verbindt het systeem gebeurtenissen en ‘schrijft’ daarmee geschiedenis.
De derde prijswinnaar is de scheikundige Bert Weckhuysen (1968), hoogleraar anorganische chemie en katalyse aan de Universiteit Utrecht. Hij richt zich op het beter begrijpen van de werking van katalysatoren om met die kennis gewapende nieuwe of verbeterde katalysatoren te (kunnen) ontwikkelen. Katalysatoren zijn stoffen die chemische reacties mogelijk maken en/of versnellen. Het overgrote deel van de chemische producten die we gebruiken zijn gemaakt met behulp van katalysatoren.
De onderzoeksgroep van Weckhuysen zorgde voor doorbraken met het driedimensionaal in beeld brengen van actieve katalysatoren en heeft laten zien wat er gebeurt als deze materialen in de loop van de tijd minder goed gaan werken. Mede op basis van deze experimenten was hij in staat duurzamere chemische processen te ontwikkelen. Hij richt zich, onder meer, op het ontwikkelen van katalysatoren die houtachtige biomassa kunnen omzetten in brandstof en materialen, op het verbeteren van katalysatoren om efficiënter aardolie en aardgas te kunnen omzetten en op de ontwikkeling van ‘zonnebrandstoffen’, waarbij zonne-energie gebruikt wordt om brandstoffen te maken.

Bron: NWO

‘Einstein zou niet door deze selectie komen’

Albert Einstein steekt zijn tong uit Op de webstek sociale vraagstukken een mooi relaas over de Vernieuwingsimpuls van NWO, een organisatie die onderzoeksgeld verdeeld. Die Vernieuwingsimpuls moest/moet wetenschappelijk talent opsporen en stimuleren.
Mooi streven en ik kan niet uit het relaas opmaken of het ooit wel is gelukt, maar ergens is er iets fout gegaan (dan zou je toch denken dat het ooit wél goed is gegaan). Een van de dingen, zo schrijven Barend van der Meulen, Pleun van Arensbergen en Marije de Goede, is dat de impuls van karakter veranderd is. “Oorspronkelijk was de Vernieuwingsimpuls bedoeld om een kleine groep onderzoekers (‘de beste 10 procent) de mogelijkheid te geven een vernieuwende onderzoekslijn op te stellen en om de doorstroom aan de universiteit te bevorderen. Tegenwoordig worden bijna alle jonge onderzoekers aangemoedigd een beurs aan te vragen, met als resultaat dat ook voor wie geen beurs in het verschiet ligt de beoordelingscriteria van de Vernieuwingsimpuls leidend zijn. Sociale vaardigheden, didactische- en managementkwaliteiten en dwarse genialiteit worden niet of nauwelijks gewogen bij de Vernieuwingsimpuls. Nu de universiteiten met hun beleid de criteria van de Vernieuwingsimpuls volgen, worden die vaardigheden ook binnen de universiteiten steeds minder onderkend en gewaardeerd. ’Einstein zou niet door deze selectie komen’, zeiden geïnterviewden in ons onderzoek.”
Dat is natuurlijk aardig gezegd, maar betekent het ook wat? De geciteerde zou zich een, afgewezen, Einstein kunnen voelen. Punt bij al dit soort beoordelingssystemen is dat je er makkelijk de toppers mee kunt missen. Is iemand een genie of alleen maar tegendraads? Zeg het maar. Er lopen, en dat is niet cynisch bedoeld, heel wat miskende talenten in wetenschapsland rond. Wil je bij dit soort beoordelingssystemen in het pulletje vallen, dan moet je zorgen je niet al te ver van de brede stroom te verwijderen.
Er moet wat veranderen vinden de scribenten, maar vreemd genoeg zijn de pijlen niet op de Vernieuwingsimpuls gericht. De universiteiten zouden hun personeelsbeleid moeten aanpassen en academici zouden een beter zelfbeeld moeten krijgen: menigeen heeft een te hoge (academische) dunk van zichzelf. Dat eerste zie ik al moeilijk gebeuren, maar dat twee lijkt me helemaal kansloos. Dus? Toch maar gewoon weer een pot geld naar de universiteiten gooien en hopen (en misschien bidden) dat er iets geniaals uit komt?

Bron: Sociale vraagstukken

Wetenschapper de cel in voor fraude

Wetenschapper veroordeeld voor gesjoemelDe farmaceut Steven Eaton heeft 3 maanden cel gekregen voor het vervalsen van onderzoeksgegevens. Hij is daarmee de eerste Britse onderzoeker die op die gronden is veroordeeld op basis van de in 1999 ingevoerde wet op juiste labpraktijken, zo meldt BBC. Eaton had onderzoeksresultaten verzonnen bij het testen van kankermedicijnen. Hij werkte bij het Schotse filiaal van het Amerikaanse farmaceutische bedrijf Aptuit in Edinburgh. In 2009 ontdekte zijn werkgever de fraude, die in 2003 was begonnen en staakte het onderzoek waar Eaton bij was betrokken. Sheriff Michael O’Grady, een soort kantonrechter, vroeg zich af waarom een zo ervaren hoogopgeleide als Eaton zo over de schreef is gegaan. “Mijn vermogen te veroordelen is hier volledig ontoereikend. Als door uw fraude de medicijnen waren goedgekeurd, hadden patiënten schade kunnen ondervinden.” Eatons advocaat meldde dat zijn cliënt niet langer actief is in de wetenschap.

Bron: BBC

Neurologische studies zitten er vaak naast

Het is mooi dat beeld van wetenschap als weg naar de waarheid, maar daar zit een hoop onbruikbare rommel tussen. Aan de universiteit van Bristol (de universiteit van wat?) heeft Kate Button met de hulp van andere onderzoekers van, onder meer, Oxford en Stanford, onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van zo’n 50 wetenschappelijke neurowetenschappelijke artikelen en daar in het blad Nature verslag van gedaan. De resultaten van haar studie vielen niet mee. De meeste artikelen hebben een ‘zeggingskracht’ van maar 20%. Dat wil zeggen dat kans op het keihard aantonen van het bestudeerde effect 1 op de 5 is. Dergelijke artikelen hebben weinig wetenschappelijke waarde en vaak worden op basis van die magere onderzoeken uitspraken gedaan die meestal kant noch wal raken, zo meldt Eurekalert.
Die slechte resultaten hangen vaak samen met het lage aantal onderzochte gevallen en/of het geringe effect van het onderzochte fenomeen. Button: “Men wil de betrouwbaarheid van wetenschap verhogen. We hebben gekeken naar neurowetenschappelijke literatuur en kwamen op een kans van gemiddeld 20% dat de bestudeerde effecten ook daadwerkelijk werden waargenomen, zelfs als die effecten er wel degelijk zijn. (…) Dat betekent dat veel studies geen uitsluitsel geven over de vragen die uitgezocht werden en dat veel uitspraken op basis van de onderzoeksresultaten onjuist of onbetrouwbaar zijn.” Volgens de studie zou met kleine veranderingen met betrekking tot methodologie en transparantie al veel ten goede te keren te zijn. Zo zou betere samenwerking het probleem van de te kleine aantallen bestuurde gevallen kunnen ondervangen. Of dat strookt met de overal heersende publicatiedwang voor wetenschappelijke onderzoekers is dan wel weer de vraag.
Bron: Eurekalert

Als een muis eens kon praten

In de hersen van pasgeboren muizen werden menselijke stercellen ingebracht (A). De plaatjes rechts laten zien dat die cellen ook in de muizenhersens werden ingebouwd. In G zijn de menselijke cellen aangeduid met een groene pijl, de muizenstercellen met een rode pijl. In H staat de grootte van de stercellen aangegeven. (afb. uit het artikel in Cell)

Onderzoekers van het medisch centrum van de universiteit van Rochester (VS) hebben zogeheten stercellen of astrocyten ingebracht in de hersens van pasgeboren muisjes. Het bleek dat die, veel grotere, menselijke cellen niet alleen werden ingebouwd in de muizenhersens, maar ook dat muizen daarmee aanzienlijk sneller iets aanleerden dan hun niet behandelde medemuizen.

Stercellen zijn gliacellen (glia is Grieks voor lijm) die in het zenuwstelsel een belangrijke functie hebben. Het vermoeden bestond dat die cellen ook een rol spelen bij het leervermogen. Het wachten is nu op de eerste sprekende muis.

Bron: bdw

Autorijden slecht voor je gezondheid

Wereldwijd gebruikt bijna de helft van alle mannen tabak en zo’n 10% van de vrouwen. Een slechte gewoonte, zo staat te lezen in het jongste rookoverzicht (GATS) van professor Giovino van de universiteit van Buffalo, waar overheden veel te weinig aan doen om die terug te dringen. Jaarlijks overlijden er zo’n zes miljoen mensen aan de gevolgen van tabaksgebruik. Daarbij gaat het vooral om roken.
Ik ga niet beweren dat roken goed voor je is, maar wat mij steeds weer opvalt met welk fanatisme roken (zeker in de westerse wereld) wordt bestreden, terwijl de auto ongemoeid blijft. Terwijl diezelfde auto jaarlijks verantwoordelijk is voor zo’n 1,2 miljoen doden (dan praten we niet over het aantal voor het leven verminkten of de mensen die door autoinactiviteit allerlei hart- en vaatziekten krijgen als gevolg van door bewegingsloosheid opgebouwde vetlagen). In 2020 zal dat aantal het dubbele zijn, aldus de Britse commissie voor Mondiale Verkeersveiligheid. Ook wordt er opmerkelijk luchtig gedaan over het aantal doden door drankmisbruik. De roker is in de westerse wereld een paria geworden, speelbal van zijn zwakte, maar een drinker is stoer en voor de auto moet nog steeds alles wijken. Geen politicus die zijn vingers brandt aan de inperking van het de autoverslaving. Jaarlijks eist die heilige koe zijn tol, maar blijft de heilige status onaangetast. Nogmaals: roken is niet goed voor je gezondheid, maar autorijden komt in de buurt. Zou het ooit nog eens zo ver komen dat al dat onnutte auto-asfalt wordt omgeploegd en dat verslaafden alleen nog onder streng toezicht hun rondjes mogen draaien op een achterafcircuitje in Drente? Ik hoop het van harte en de bevolkingsgezondheid zal met sprongen stijgen. Obama rookt

Keurmerk voor wetenschap

Het Californische instituut Science Exchange wil, volgens een artikel in het Duitse weekblad De Spiegel, uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek keurmerken. Het open wetenschappelijke webblad PlosOne is medeinitiatiefnemer. De onderzoekers moeten zelf voor dit keurmerkonderzoek betalen.
Een raar initiatief, want wetenschappers staan op het standpunt dat de wetenschap zelf die foute onderzoeksresultaten of verkeerde gevolgtrekkingen uit onderzoeken corrigeert. Dat dat natuurlijk niet (helemaal) waar is moge blijken uit de toch nogal eens boven water komende malversaties van soms zelfs zeer gerenommeerde wetenschappers. Daarbij kun je er verzekerd van zijn dat het nog erger is. Daar moet natuurlijk bij worden opgemerkt dat opzettelijke verfraaiing van onderzoekgegevens en zelfs het verzinnen daarvan wat anders is dan daar klungelig mee omgaan. Voor heel wat onderzoekers is statistiek, bijvoorbeeld, een zwarte doos… Zou een gedegen opleiding in de statistiek niet al een groot deel van het probleem (onkunde) ondervangen?

Stapelgek

Fraude is van alle wetenschappen Ik ben die hele Diederik Stapel vergeten, die psycholoog die zijn onderzoeksresultaten bij elkaar fabuleerde bij die namaakuniversiteit in Tilburg (de KUT). Iedereen is geschokt, maar waarom dan toch? Het is een wedstrijd naar, laten we zeggen, de top van de Alp d’Huez. Op de weg naar boven wordt gesjoemeld of rechtuit vals gespeeld. Dat gebeurt in de wielrennerij, dat gebeurt overal waar mensen op de top proberen te komen, dus ook in de wetenschap. Uit de commentaren links en rechts kreeg ik de indruk dat fraude in de wetenschap vooral een alfa- of gamma-aangelegenheid zou zijn. Natuurwetenschappen zouden daar veel minder last van hebben. Fabeltjes. Ik weet niet of er meer of minder gefraudeerd wordt in de natuurwetenschappen, maar gefraudeerd wordt er volop. Ooit heb ik daar een verhaal over geschreven en Frank van Kolfschoten heeft daar maar liefst twee boeken aan gewijd. Oud-hoogleraar André Köbben heeft in eental publicaties over dit thema, onder meer de “Onwelkome boodschap”, aannemelijk gemaakt dat niet alleen eerzucht kan leiden tot fraude. Ook opdrachtgevers vinden soms de uitkomsten van een onderzoek niet plezant. Dat kunnen ook universiteitsbestuurders zijn. Bijna alle wetenschappers laten wel eens wat onwelgevallige resultaten weg. De weg naar fraude gaat langzaam omhoog…