Gezond leven maakt jonger (?)

TelomerenMensen met een gezonde levensstijl hebben gezondere cellen. Dat wil zeggen dat de telomeren in hun cellen groeien terwijl die bij hun minder gezond levende leeftijdgenoten inkorten. Helemaal duidelijk is het allemaal niet, maar het afnemen van de telomeerlengte lijkt geassocieerd te zijn met het teruglopen van de conditie en gezondheid, kortom met veroudering. Amerikaans onderzoek zou hebben aangetoond dat de telomeren weer langer worden bij een gezonde levensstijl. Overigens is het maar een zeer bescheiden onderzoek onder tien zestigers. Lees verder

Lever maar een plasje in

UrinemonsterAls we iets mankeren, dan wordt er vaak bloed geprikt om een diagnose te stellen. Een heel enkele keer moeten we een plas inleveren, maar dat zou in de toekost wel eens heel anders kunnen worden. Onderzoekers van, onder meer, de Canadese universiteit van Alberta vonden meer dan 3000 verschillende stoffen in urinemonsters. Urine bevat vijf tot tien keer meer stoffen dan andere biologische vloeistoffen. Zo komen 480 stoffen in urine voor die niet in bloed worden gevonden (wat op zich al weer een nieuw licht werpt op de afvalverwerking in ons lichaam). Een goudmijn voor diagnostici, zou je zeggen.
Onze plas bevat, onder meer, afbraakproducten uit ons lichaam. Dat is al lang bekend, maar toch wordt urine weinig gebruikt bij het stellen van een diagnose. Een bekend voorbeeld en dus uitzondering is de urinemonsters die worden gebruikt worden bij dopingcontrole. Bloedmonsters zijn verre favoriet. “Medische handboeken kennen zo’n 50 tot 100 stoffen, waarvan er maar zes à zeven nauwkeurig bepaald kunnen worden”, zegt David Wishart van de universiteit van Alberta.
Het onderzoek leverde een lange lijst op van 3079 stoffen. Die kwamen uit urinemonsters van 22 gezonde personen. Het voorkomen van de stoffen in de monsters werd bepaald met behulp van analysetechnieken als NMR-spectroscopie (een techniek die verwant is aan MRI), een massaspectrometrie, gas- en vloeistofchromotografie. Daarnaast werd een eeuw aan wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp doorgeploegd.

Piesende mannen

Per dag lozen we zo’n 1,5 tot 2 l urine: een zwembad vol van 8 x 5 x 1,5 m gedurende ons leven.

Het resultaat is een nooit eerder met zo’n precisie opgeschreven ‘inventarislijst’: 72 stoffen zijn afkomstig van bacteriën, zo’n kleine 1500 zijn (afbraak)producten van ons lichaam en zo’n 2300 komen van allerlei andere bronnen zoals voeding, medicijnen, drugs, cosmetica en stoffen die we via het milieu innemen. Dat het optelsommetje niet klopt heeft te maken met het feit dat sommige stoffen in meer dan een van de drie categorieën kunnen voorkomen.
Onze urine is ook rijk geschakeerd. Van de 356 typen chemische verbindingen die scheikundigen onderscheiden, komen er 230 in onze plas voor. De onderzoekers hebben hun gegevens in een databank gestopt.
Nu worden, zoals gesteld, nog maar een paar ziektes via urinemonsters vastgesteld, onder andere suikerziekte, maar de verwachting is dat dat aantal drastisch zal toenemen; ook bij het diagnosticeren, bijvoorbeeld, van diverse typen kanker. Overigens is de lijst met stoffen nog lang niet compleet. Wishart is er van overtuigd dat met betere analysetechnieken nog talrijke andere stoffen zullen worden gevonden, die dan op hun beurt weer kunnen ‘helpen’ bij de diagnosticering.

Bron: Futura-Sciences

Afrikaanse nachtuiltjes al na zes jaar resistent voor genmaïs

Nachtuiltjes

Nachtuiltjes blijken al na zes jaar resistent tegen genmais

Bt-genmaïs is genetisch zo veranderd dat die zijn eigen pesticide, Bt (naar de ‘bijbehorende’ bacterie Bacillus thuringiensis), produceert. Dat is handig, want dan hoeft de boer niet (zo veel) te spuiten met bestrijdings-middelen. De natuur gaat echter zijn eigen gang. Onderzoekers van het Franse instituut IRD hebben ontdekt dat nachtuiltjes van de soort Busseola fusca al na zes jaar resistentie hebben opgebouwd tegen Bt.
Bt leek erg effectief. De Europese maïsboorder, zijn mediterrane familielid en de bladhaantjes, alle belagers van deze genmaïs legden het loodje. Daar hebben die belagers nu al een antwoord op: ze hebben geen last meer van het ‘ingebouwde’ gif. Grappig is dan dat de oplossing die wordt voorgesteld is om maïs dat niet genetische gemanipuleerd is te zaaien in de buurt van het genmaïs, in de hoop dat de niet-resistente insecten blijven bestaan. Alleen twee resistente ouders krijgen resistent nageslacht, zo was het idee, maar op de duur is ook dat natuurlijk geen oplossing. Zoals ook met andere bestrijdingsmiddelen, vinden insecten een genetische oplossing voor bestrijdingsmiddelen die er op gericht zijn ze te vernietigen, ingebouwd of niet.
Het is opmerkelijk dat al zes jaar na de introductie van Bt-maïs in Zuid-Afrika al Bt-resistente insecten opduiken. Om dat te verklaren hebben onderzoekers resistente Zuid-Afrikaanse nachtuiltjes met Keniase nog niet resistente familieleden gekruist (de Bt-maïs is nog niet in Kenia beschikbaar). Het bleek, anders dan verwacht, dat de nakomelingen van die kruising ook resistent zijn. Resistentie is kennelijk een dominante eigenschap. Op de een of andere manier is het insect in staat het gif te ontgiften voordat het zijn verwoestende werk in zijn ingewanden doet. Ondertussen lijkt het uiterst dienstig om naar andere wegen dan genmanipulatie zoeken om maïs tegen insectenvraat te beschermen, zoals biologische bestrijdingsmethoden met giftige paddestoelen of boorwespjes die hun eitjes leggen in de larven van de insecten (hetgeen die larven niet overleven).

Bron: Alpha Galileo

Frisdrank maakt kinderen agressief

Agressieve kinderen Frisdrank maakt kinderen agressief, verhogen de kans op depressies en zouden zelfmoordneigingen versterken. Dat zou een Amerikaans onderzoek onder kleuters van 5 hebben uitgewezen. Hoe meer je er van drinkt, hoe agressiever en overmatig frisdrankgebruik vermindert de oplettendheid, zo meldt bild der wissenschaft op gezag van de onderzoekers.
Het grappige is natuurlijk dat fabrikanten, vooral de cola’s, in hun reclameboodschappen de mare verspreiden dat frisdrank blij maakt en je een hoop doet beleven. Dat verhaal slaat, zeker in Amerika, aan: in 2011 dronken Amerikanen gemiddeld 170 l frisdrank de man (vooral cola), in Europa ligt dat verbruik een stuk lager (Duitsland is met 98 l koploper, Nederland 73 l, Frankrijk 45 l).
43% van de bijna 3000 vijfjarigen die aan het onderzoek deelnamen dronk minstens een glas fris per dag, 4% zelfs vier of meer. “We stelden vast dat het puntenaantal in een agressiviteitstest met elke extra consumptie per dag steeg”, zei epidemiologe Shakira Suglia van de Columbia-universiteit en hoofdauteur van het artikel in het wetenschapsblad Journal of Pediatrics. De agressieve kinderen maakten meer kapot, kregen vaker ruzie of vielen andere kinderen aan. Kinderen die de meeste frisdrank dronken waren minder oplettend. De onderzoekers hebben ook gekeken of die ‘zware’ frisdrankdrinkers zich vaker afzonderden. Daar heeft het alle schijn van. Dus niks pret maken met je leeftijdgenootjes.
Natuurlijk is niet alleen frisdrank verantwoordelijk voor het agressieve en/of depressieve gedrag van een vijfjarige. Dat heeft ook te maken met hoe de moeder en vader in elkaar steken of hoe de situatie thuis is. Wat voor een opleiding heeft de moeder gehad? Is ze zelf geneigd tot depressiviteit? Worden kinderen geslagen of zit pa achter de tralies? Ook keken de onderzoekers naar het tv-kijkgedrag van het kind, hoeveel het snoepte en hoeveel sap het dronk, maar ook met deze variabelen in aanmerking genomen, bleef het effect van frisdrankgebruik aantoonbaar, stellen de onderzoekers.
De onderzoekers konden slechts speculeren over waarom frisdrankgebruik het aangetoonde effect op kleine kinderen heeft. Suiker  zou de oorzaak kunnen zijn, maar ook het in diverse frisdranken voorkomende coffeïne (cola), fosforzuur (cola) of de zoetstof aspartaam (de suikervrije frisdranken) staan kandidaat als aanstichter voor het afwijkende gedrag van de kinderen.
De onderzoekers stippen zelf enkele zwakke punten van hun onderzoek(sopzet) aan. Zo was er een belangrijke rol weggelegd voor de moeders. Zij moesten het gedrag van hun spruiten duiden en waren verantwoordelijk voor de verstrekking van de gegevens over voedingspatroon, drinkgedrag e.d. Ook was niet aangegeven hoe groot een ‘portie’ frisdrank was en werd niet bijgehouden wat voor een soort frisdrank er werd genuttigd. Toch blijven de onderzoekers bij hun conclusie: water is beter voor de kinderen dan frisdranken.

Bron: bild der wissenschaft

Vetzucht 3x belangrijker doodsoorzaak in VS dan gedacht

Vet Amerikaans Van een op de vijf Amerikanen die overlijdt is vetzucht de doodsoorzaak. Dat geldt zowel voor blanke als zwarte Amerikanen. Dat cijfer uit onderzoek van Ryan Masters van de Columbia-universiteit ligt ruim drie keer hoger dan de 5% die tot nu toe werd aangenomen. “Obesitas heeft veel kwalijker gevolgen dan ook recente rapporten ons willen laten geloven”, zegt Masters. “We verwachten dat vetzucht steeds vaker doodsoorzaak zal zijn in de VS en misschien zelfs leidt tot een verkorting van de levensverwachting.”
Hoewel er enige kentering lijkt te zijn gekomen in de toename van (ernstig) overgewicht in de VS, duiden de recente cijfers op een bijna historisch dieptepunt. Kinderen en volwassenen die al te dik zijn, zullen daar niet gauw van af komen, met alle schadelijke gevolgen van dien. Bij oudere Amerikanen eist vetzucht al zijn tol. Bij blanke mannen die in de jaren tussen 1986 en 2006 overleden op een leeftijd van 65 tot 70 jaar was duidelijk het groeiende aandeel van vetzucht als doodsoorzaak waar te nemen: van mannen geboren tussen 1915 en 1919 overleed 3,5% aan vetzucht (BMI van 30 en hoger), van de mannen die 10 jaar later waren geboren was dat 5%, weer 10 jaar later 7%. Hoe later geboren, hoe vaker iemand overgewichtig is.
Kinderen die nu in de VS geboren worden krijgen vanaf hun geboorte de volle ongezonde ‘lading’.”Tegenwoordig is vetzucht normaler dan twee generaties geleden. De bekers zijn groter, de kleren ook en velen in de omgeving van de kinderen zijn dik”, stelt co-auteur Bruce Link.  “Als iemand dik is dan is het moeilijk daarvan af te komen, daarom lijkt het aannemelijk dat we het ergste nog moeten krijgen, tot de huidige generatie kinderen oud is geworden.” De onderzoekers richtten zich op de leeftijdsgroep van 40 tot en met 85 om ’toevallige’ sterfgevallen als moorden, doden ten gevolge van ongelukken of aangeboren afwijkingen uit te sluiten – doodsoorzaken van vooral jongeren.
Bij zwarte vrouwen kwam vetzucht als doodsoorzaak het meest voor (27%), bij zwarte mannen maar voor 5%. Blanke vrouwen (21%) en blanke mannen (15%) scoorden daar tussenin. Zwarte mannen zijn gemiddeld even dik als witte, maar de cijfers worden ‘verstoord’ door andere doodsoorzaken zoals overmatig roken. Er waren te weinig gegevens om uitspraken over Amerikanen van Aziatische, Latijns-Amerikaanse of andere  afkomst te produceren. Het onderzoek is betaald door de Robert Wood Johnson Foundation, een organisatie die zich bezighoudt met de gezondheid van Amerikanen en ook de leerstoel van Ryan Masters aan de Columbia-universiteit betaalt

Bron: Eureraklert

‘Slimme’ tand helpt je bij je dieet (bijvoorbeeld)

Het eerste prototype van de 'slimme' tand met de microkabeltjes voor de externe comunicatie. Alles moet tegenwoordig ‘slim’ of ‘intelligent’ zijn, van wc-pot tot huisdeur (over de telefoon hebben we het al niet eens meer). Aan die jacht op ‘slimme’ dingen schijnen geen grenzen te zitten. Nu weer een ‘slimme’ tand. Heel slim of bijdehand is de tand natuurlijk niet. Hij (?) kan wat meer dan een gewone tand van glazuur en cement. Een groep Taiwanese onderzoekers heeft een (kunst)tand ontwikkeld voorzien van versnellingsmeter en een zendsysteem, waarmee is vast te stellen wat de gebitsbezitter doet: drinken, roken, eten, kauwgum kauwen, hoesten enzovoort. De tand zou de activiteit met een zekerheid van 93,8% kunnen detecteren. Hij is uitgeprobeerd bij acht vrijwilligers.
Hij kan meer, veel meer (in potentie, tenminste). De voeltand zou, bijvoorbeeld, ook kunnen meten of de eigenaar suiker gegeten heeft of dat hij zijn tanden wel goed poetst. Leuke informatie voor zijn tandarts. Er is van alles denkbaar. Met behulp van een micro-microfoon zou kunnen worden gemeten welk voedsel de eigenaar eet en met behulp van een micro-camera of simpele fotosensor welke kleur dat heeft. De ‘slimme’ tand kan (dus) ook gebruikt kunnen worden voor diëtistische doeleinden. En de gegevens kunnen dan direct naar de diëtiste worden doorgegeven via een slimtel. Zo handig.
In de proef geschiedde het verzenden van de meetgegevens nog via microkabeltjes, maar in het definitieve ontwerp zou dat via de draadloze Bluetooth-techniek moeten gebeuren. Wie wil er nou zo’n bijdehante tand (tante had ik bijna gezegd)? Geen idee. Ik in ieder geval niet.

Bron: Futura-Sciences

Roofvis verandert in vegetariër

Cobia ('zwarte zalm') Cobia’s zijn slanke, sterke vissen, die ook wel zwarte zalmen worden genoemd. Het zijn roofvissen die garnalen, krab en kleinere vissen op hun menu hebben staan. Drie Amerikaanse onderzoekers zijn er in geslaagd de vleeseters tot vegatarisme te ‘bekeren’. Om het leegvissen van de oceanen en zeeën te voorkomen wordt tegenwoordig veel vis gekweekt. Het vervelende is alleen dat die kweekvissen, onder meer de zalm, vaak roofvissen zijn en dat de wateren worden leeggevist van kleinere vissen zoals sardientjes en ansjovissen om die kweekvis tot voer te dienen. Viskweek is niet bepaald een duurzame manier om de zeeën en oceanen te beheren.

De drie onderzoekers – Aaron Watson, Frederic Barrows en Allen Place  – zijn vier jaar bezig geweest om een plantaardig dieet uit te vissen dat de goedkeuring van de cobia’s kon wegdragen. Het vegetarische voedsel bestaat uit plantaardige eiwitten, vetzuren en aminozuren. “Alle vissen, of ze nu vleesetend, plantetend of allesetend zijn, hebben zo’n 40 voedingsstoffen nodig in de juiste verhouding”, zegt Michael Rust van de financierende instelling NOAA, onderdeel van het Amerikaanse ministerie van landbouw. “Het maakt voor de gezondheid van de vis niet uit waar die voedingsstoffen vandaan komen; van planten, resten van de visindustrie of zeealgen.”

Mexico passeert VS als dikste

vetkwab
Volgens de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), is Mexico de VS gepasseerd als land met de meeste zwaarlijvige mensen. Volgens de FAO is 32,8% van de Mexicaanse bevolking ernstig overwichtig, tegen 31,8% in de VS. Als alle overgewicht wordt meegerekend dan is 70% van de Mexicanen te dik. Als gevolg van dat overgewicht heeft 1 op de 6 Mexicanen suikerziekte (type 2). Daaraan sterven jaarlijks 70 000 Mexicanen. De FAO schrijft het overgewicht van de Mexicanen toe aan de geïndustrialiseerde landbouw, het grote aantal snelvoerketens als McDonalds en de goedkope slechte maaltijden. Opmerkelijk is dat de helft van de Mexicaanse bevolking tot de armen wordt gerekend, meestal een ‘argument’ voor slankheid.

Bron: De Volkskrant

Broeikasgas mogelijk funeste gevolgen voor basis voedselketen

130702141506Meer kooldioxide in de atmosfeer zou fnuikend kunnen zijn voor het voortbestaan van een bacterie die, zou je kunnen zeggen, aan de basis staat van onze voedselketen, althans die in de oceaan. Dat zou uit onderzoek van David Hutchins, hoogleraar mariene biologie aan de universiteit van Zuid-Californië (USC), zijn gebleken, dat gepubliceerd is in het blad Nature Geoscience. Het gaat om een zogeheten cyanobacterie (nauwkeuriger: de twee soorten Trichodesmium en Crocosphaera) die zijn energie haalt uit het via fotosynthese chemisch vastleggen van stikstof. Aangezien alle leven stikstof nodig heeft en de meeste levensvormen zelf geen stikstof kunnen vastleggen, zijn de meeste levensvormen afhankelijke van die stikstofvastleggers. Het leven in de de oceaan is afhankelijk van dit minuscule organisme dat tot de blauwalgen wordt gerekend. Zonder blauwalgen zou er geen leven in de oceanen mogelijk zijn.
Hutchins: “CO2 kan de biodiversiteit van deze belangrijke organismen in de oceaanbiologie sturen. De verbrandingsproducten van fossiele brandstoffen die wij gebruiken zijn waarschijnlijk verantwoordelijk voor de verandering van het type stikstofvastleggers dat op de oceaanbodem groeit.” Die verandering zou dan allerlei konsekwenties kunnen hebben voor de voedselketen in de oceanen en dus ook voor wat de mens uit de oceaan oogst.
Eerdere studies zouden hebben aangetoond dat de bestudeerde twee typen cyanobacteriën (Trichodesmium en Crocosphaera) juist zouden profiteren van een toenemende hoeveelheid atmosferische kooldioxide, maar die studies zouden maar een paar bacterie’lijnen’ hebben bekeken. Uit de uitgebreidere studie van Hutchins en zijn medewerkers, geholpen door de uitgebreide ‘bibliotheek’ van bacteriecultures bij de USC, blijkt dat sommige bacteriestammen inderdaad profiteren van het toegenomen kooldioxidegehalte in de atmosfeer, maar dat andere die toename slecht bekomt. “Het is niet zo dat klimaatverandering alle stikstofvastleggers om zeep helpt. (…) Toename van atmosferische kooldioxide verandert welke stikstofvastleggers het loodje zullen leggen en we zijn er niet zeker van wat voor een invloed dat heeft op de oceaan van morgen”, stelt Hutchins.

Bron: Science Daily

Je eet wat je ziet

Vorm, kleur en gewicht bestek beïnvloeden onze smaakbelevingEen lekker maal is een lekker maal. Of toch niet helemaal? Mensen zijn gemakkelijk te beïnvloeden. Als iedereen een voorwerp rood noemt, terwijl jij pertinent een blauw ding ziet, dan ga je tenslotte ook overstag. Het is nog erger: zelfs het gereedschap waarmee je werkt heeft effect op je zintuigelijke waarneming: of een maal lekker is hangt af van het bestek. Maak me niet gek. Dat kan toch niet waar zijn?
Het oog wil ook wat, dat is bekend. Dus sloven koks zich uit hun gerechten zo mooi mogelijk te presenteren, maar het bestek? Toch is dat zo, hebben Britse onderzoekers van de universiteit van Oxford uitgeplust. Een stuk kaas dat op een mes wordt gepresenteerd smaakt zouter dan als dat anders wordt aangeboden. Zelfs het gewicht van het bestek is van invloed op onze smaakbeleving. Is een plastic mes zwaarder dan we verwacht hadden, dan smaakt het eten minder goed dan wanneer we het gewicht juist of te laag inschatten.
Het is al langer bekend dat kleur en materiaal van vaatwerk de smaak(beleving) beïnvloeden. Hapjes op een rode schaal zijn minder in trek en die van een blauwe schaal worden zouter bevonden. Nu blijken dus ook het uiterlijk van het bestek, de vorm en het (gedachte) gewicht ervan een rol te spelen bij hoe we iets proeven. Grootte en (gedacht) gewicht spelen een rol maar ook de kleur. Witte yoghurt op een witte lepel werd als zoeter ervaren, op een zwarte lepel als minder zoet. Ook de vorm van het bestek had, zoals aangegeven, invloed. Dat kaas van een mes gegeten zouter smaakt zou met een ’taboe’ te maken hebben: je eet niet van een mes.
Kennelijk hebben onze hersenen al een oordeel gevormd over de smaak van ons eten, voordat dat onze tong beroert en reukorganen prikkelt. De onderzoekers denken dat deze bevindingen gebruikt kunnen worden bij diëten: minder zout gebruiken maar wel met een mes eten, bijvoorbeeld. Je gaat je onwillekeurig afvragen of al die uitverkoren Michelin-chefs al die trucs al niet al veel langer intuïtief hebben begrepen…

Bron: wissenschaft.de