Gif detecteren met je slimtel

Toxische stoffen meten met je iPodMet een optisch voorzetstuk van € 150 kun je je slimtel (vulgus smartphone) ombouwen tot een spectrometer van € 40 000, waarmee je een breed scala aan stoffen kunt detecteren en meten in welke hoeveelheid die stoffen aanwezig zijn. Die simpele spectrometer is ontwikkeld door studenten van de universiteit van Illinois, die hun werk verrichtten onder de hoede van prof.Brian Cunningham. Met het voorzetstuk en hun slimtel kunnen onderzoekers nu ter plekke milieutests doen, medische diagnostiek bedrijven, de kwaliteit van het grondwater testen of voedsel controleren op giftige bestanddelen. Van de telefoon wordt de camera gebruikt en zijn rekenvermogen. Bij dat veldwerk is het ook handig dat zo’n mobiele telefoon is uitgerust met GPS. Dan kan meteen gearchiveerd worden waar de metingen hebben plaatsgevonden.
Het ‘hart’ van het sensorsysteem is een fotonisch kristal of eigenlijk een microscoopplaatje met fotonische kristallen. Zo’n plaatje is specifiek voor een bepaalde stof. Fotonische kristallen kaatsen licht van een bepaalde golflengte (=kleur) terug en laten de rest door. De verandering van kleur is een maat voor de concentratie van die stof.
Zo’n test duurt maar een paar minuten en zou net zo nauwkeurig zijn als een test in het lab met een ‘volwassen’ spectrometer van € 40 000. Het is de bedoeling de ‘iPodbiosensors’ begin volgend jaar op de markt te brengen. Voorlopig is het biosensorvoorzetstuk alleen nog geschikt voor de iPhone, maar er wordt aan gewerkt die ook op de Android-telefoons van Google te laten werken. Ook zal het scala aan stoffen worden uitgebreid, dat met de foonspectrometer kan worden gemeten.

Bron: ScienceDaily

Stilzitten dodelijker dan tabak

Inactiviteit is dodelijk Volgens de ICCR, een onderzoekgroep die zich bezig houdt met het onderzoek van cardiometabole risico’s gelieerd aan de Canadese universiteit van Laval, is gebrek aan beweging een per saldo, net iets, grotere doodsoorzaak dan roken. Wereldwijd zouden er volgens de ICCR jaarlijks 5,1 miljoen mensen overlijden aan roken tegen 5,3 miljoen aan fysieke inactiviteit. Roken is op zich een groter gezondheidsrisico dan inactiviteit (zie grafiek), maar er hebben steeds meer mensen een gebrek aan beweging doordat ze steeds vaker een zittend bestaan hebben; zeker in de ontwikkelde landen, maar in toenemende mate ook in de andere landen. Volgens die studie zit 35% van de wereldbevolking (bijna) alleen maar op zijn/haar kont. Het zittende leven in combinatie met calorierijk voedsel leidt tot een hoop narigheid: suikerziekte, vetzucht en allerlei hart- en vaatziektes.
Het verhaal van de ICCR wordt ondersteund door, onder veel meer, een onderzoek van de Chinese onderzoekers Chi Pang Wen en Xifeng Wu dat eind vorig jaar is gepubliceerd in de Lancet. De Australische onderzoekster Alexandra King stelt, op basis van weer ander onderzoek, dat immobiliteit ook de kans op borst- en darmkanker zou vergroten.
De remedie is vrij simpel: beweeg. Ga op de fiets of te voet naar je werk, stap een halte te laat of te vroeg uit, neem de trap en niet de lift, sport regelmatig.

Bron: futura-science

Cellen ruiken, zegt Schieberle

Peter SchieberleVolgens de, kennelijk, wereldberoemde voedingsdeskundige Peter Schieberle is niet alleen ons neusorgaan in staat om stoffen te ruiken, maar doen sommige cellen dat ook. Op het 245ste jaarcongres van de Amerikaanse Vereniging van Chemici (ACS) vertelde Schieberle dat onderzoekers in zijn lab aan de technische universiteit München hadden ontdekt dat ook bloedcellen kunnen ‘ruiken’. Wat daar de functie van is vertelde de Duitse hoogleraar niet.
“In de neus zitten receptoren die bepaalde geuren detecteren die als prettig of minder prettig worden ervaren, maar er is steeds meer bewijs dat ook cellen in het hart, de longen en andere die receptoren bezitten.” Of dat betekent dat het hart de biefstuk ook ‘ruikt’ als je biefstuk eet, kon Schieberle zijn gehoor niet vertellen. Hij beschreef een experiment waaruit bleek dat bloedcellen zich in de richting van een bepaalde geur bewogen. Of geuren die het lichaam binnengaan eenzelfde effect hebben als op het ‘officiële’ reukorgaan, kon hij ook niet vertellen. “We zouden het wel graag willen uitzoeken.” Schieberle en zijn medewerkers doen onderzoek om er achter te komen hoe mond en reukorgaan samenwerken bij het waarnemen van smaak en geur, vooral in de samenhang van de verschillende componenten waaruit voedingsstoffen bestaan. Zo kwamen ze er achter dat hoewel koffie uit meer dan 1000 geurcomponenten bestaat, dat maar voor 25 van die verschillende geurtjes we receptoren in onze neus hebben. Er zijn zo’n 1000 verschillende geurreceptoren in ons lichaam en maar 27 smaakreceptoren.
Bron: Eurekalert

Ik kan er niks aan doen dat ik dik ben

Vooral Amerikanen, waarschijnlijkste het gewichtigste volk ter wereld (op wat Polynesische volkjes na), steken veel moeite in het opsporen van dikmakende genen. Dik zijn is geen geesteszwakte, maar genetisch bepaald, moet de boodschap luiden. Waarom dan vooral de Amerikanen door die dikmakende genen worden getroffen, moeten anderen dan kennelijk maar verklaren.

Wageningen waagt zich aan Mars

Mars Vroeger hadden we Landbouwhogeschool in Wageningen. Daar werd zonder veel flauwekul onderzoek gedaan waar boeren (hier en in de tropen) wat aan hadden. Sinds hogescholen zich universiteiten zijn gaan noemen (en tegenwoordig universities) is het met Wageningen behoorlijk misgegaan. Universiteiten zijn bedrijven geworden en je moet zorgen dat je ‘in beeld’ blijft, anders kun je naar je geld fluiten.
Wat, dacht ik, tegenwoordig Wageningen UR heet (de R staat voor Research, alsof een universiteit (de U) geen onderzoek doet) gaat zich bezighouden met voedselproductie op Mars.
Op Mars komen is nog wel te doen, maar de Marsgangers moeten er erg rekening mee houden dat ze niet meer terug kunnen, dus zal er ginder voedsel verbouwd moeten worden.
Mars is wat ver weg om dat uit te proberen, realiseerde Wieger Wamelink van Alterra zich. Eerst gaat Wamelink, aan de hand van een databank, bepalen of een plant levensvatbaar is in maan- en Marsgrond. Vervolgens zullen die kandidaten dan worden uitgeprobeerd in maan- en Marsaarde, samengesteld op basis van gegevens van de NASA, en vergeleken met het resultaat van dezelfde planten in Aarde-aarde. Wamelink: “We gaan er van uit dat gebouwen en afgescheiden ruimtes er een atmosfeer hebben. De planten produceren zuurstof en verbruiken kooldioxide en zo ontstaat er een soort ecosysteem.” De eerste planten zullen op 2 april (nee, geen grap) de grond in gaan.