Er groeit een achtste continent

Meer van Genève is vervuild met kunststof Een tiende deel van de wereldproductie van kunststoffen eindigt in de oceanen. Er ontstaan in die oceanen steeds grotere kunststofeilanden, maar iets soortgelijks gebeurt ook in de zoetwatermeren vlak om de hoek, zo meldt Futura-Sciences. Het meer van Genève, het grootste natuurlijke meer van West-Europa, blijkt ernstig vervuild met kunststofafval. Volgens Futura-Sciences is dat meer net zo vervuild vervuild als de Middellandse Zee. Een onderzoek van de polytechnische school in Lausanne heeft aangetoond dat het meer aanzienlijke hoeveelheden stukjes kunststof (< 5 mm) bevat. De onderzoekers visten met een net met mazen kleiner dan 5 mm en kwamen vooral polystyreenbolletjes, duroplasten en plastic vistuig tegen. Ook onderzochten ze de maaginhoud van vogels en vissen. De kleine kunststofdeeltjes worden ingeslikt door vissen en vogels. Daardoor zouden wereldwijd, vooral in de oceanen, zo’n 250 diersoorten in hun voortbestaan worden bedreigd.
De gevonden kunststofvervuiling in een meer tussen twee landen die, zeggen, hun uiterste best te doen het milieu zo min mogelijk te belasten met afvalstoffen is opmerkelijk. Het zou inhouden dat de situatie in andere zoetwaterreservoirs nog veel slechter is.
Grofweg komt 80% van de kunststofvervuiling via de rivieren. De rest komt direct in het water terecht. De onderzoekers gaan nu ook de rivieren in Zwitserland aan een onderzoek onderwerpen, om te kijken of de kunststofvervuiling van het Meer van Genève een geïsoleerd geval is of wijst op een knooppunt in een vervuilingsketen.

Bron: Futura-Sciences

Gif detecteren met je slimtel

Toxische stoffen meten met je iPodMet een optisch voorzetstuk van € 150 kun je je slimtel (vulgus smartphone) ombouwen tot een spectrometer van € 40 000, waarmee je een breed scala aan stoffen kunt detecteren en meten in welke hoeveelheid die stoffen aanwezig zijn. Die simpele spectrometer is ontwikkeld door studenten van de universiteit van Illinois, die hun werk verrichtten onder de hoede van prof.Brian Cunningham. Met het voorzetstuk en hun slimtel kunnen onderzoekers nu ter plekke milieutests doen, medische diagnostiek bedrijven, de kwaliteit van het grondwater testen of voedsel controleren op giftige bestanddelen. Van de telefoon wordt de camera gebruikt en zijn rekenvermogen. Bij dat veldwerk is het ook handig dat zo’n mobiele telefoon is uitgerust met GPS. Dan kan meteen gearchiveerd worden waar de metingen hebben plaatsgevonden.
Het ‘hart’ van het sensorsysteem is een fotonisch kristal of eigenlijk een microscoopplaatje met fotonische kristallen. Zo’n plaatje is specifiek voor een bepaalde stof. Fotonische kristallen kaatsen licht van een bepaalde golflengte (=kleur) terug en laten de rest door. De verandering van kleur is een maat voor de concentratie van die stof.
Zo’n test duurt maar een paar minuten en zou net zo nauwkeurig zijn als een test in het lab met een ‘volwassen’ spectrometer van € 40 000. Het is de bedoeling de ‘iPodbiosensors’ begin volgend jaar op de markt te brengen. Voorlopig is het biosensorvoorzetstuk alleen nog geschikt voor de iPhone, maar er wordt aan gewerkt die ook op de Android-telefoons van Google te laten werken. Ook zal het scala aan stoffen worden uitgebreid, dat met de foonspectrometer kan worden gemeten.

Bron: ScienceDaily

Titaanoxide voor al uw problemen (?)

prof.Darren Sun Het kan waterstof produceren en schoon drinkwater, is geschikt voor flexibele zonnecellen. Het verdubbelt het leven van lithiumionbatterijen. Het is een probaat middel tegen microbiële aangroei, haalt energie uit afvalwater en ontzilt zeewater. Zie hier enkele van de geneugten die volgens de Singaporese hoogleraar Darren Sun van de Nanyang technische universiteit titaandioxide de mensheid kan leveren.
Drinkwater en energie zijn belangrijke knelpunten op weg naar een wereldbol met meer dan 8 miljard inwoners (in 2030). Titaandioxide is een relatief goedkoop materiaal dat enkele prachtige katalytische (reactiebevorderende) eigenschappen heeft.
Sun ontdekte bij het maken van anti-bacteriële filtermebranen, waarbij hij titaan- en ijzeroxide gebruikte, dat het wondermateriaal als lichtkatalysator werkt, die, onder invloed van licht, afvalwater omzet in waterstof en zuurstof, waarbij ook schoon water wordt geproduceerd. Sun: “Dat is een manier om zonlicht om te zetten in schone energie, met een rendement dat drie keer hoger is dan als platina, zoals gebruikelijk, wordt gebruikt voor de splitsing van water”, meldt hij Eurekalert.
In een artikel in het blad Water Research schrijft Sun et.al. dat met behulp van een titaanoxidevezel, behandeld met koperoxide, van een halve gram in een uur anderhalve ml waterstof kan worden gemaakt, drie keer zo veel als met platina. Afhankelijk van het type afvalwater kan die hoeveelheid oplopen tot 200 ml per uur. Uiteraard loopt de productie met meer nanovezels op.
Of dat wondermateriaal werkelijk de mensheid zal redden is nog even afwachten. Titaanoxide wordt al veel langer gebruikt als materiaal in zonnecellen, maar tot nu toe is de doorbraak daarvan uitgebleven. Vaak hangen die dingen toch op economisch en energetisch rendement. De ‘aloude’ siliciumzonnecellen zijn ook wondertjes van technische elegantie, maar ze doen het in de praktijk niet overdreven goed. Ook als katalysator bij de productie van waterstof kunnen nog vele vraagtekens gezet worden, onder meer, hoeveel energie de omzetting kost en hoe snel hoeveel waterstof gegenereerd kan worden. Waterstof is niet in alle opzichten een prettige brandstof (het is nogal brandbaar en lastig, veilig, te transporteren). Dat zal de professor toch ook wel weten?
Bron: Eurekalert