Hersens haarscherp in beeld

De hersens werden in 7400 flinterdunne plakjes gesneden.

De hersens werden in 7400 flinterdunne plakjes gesneden.

In het onderzoekscentrum Jülich in Duitsland is opname van hersenen gemaakt die zo’n 50 keer gedetailleerder zou zijn dan nu voorhanden hersenplaatjes. De hersens van een 65-jarige (uiteraard overleden) werden daartoe in 7400 van 20 micrometer (1 µm = 0,001 mm) flinterdunne plakjes gesneden. Die werden elk afzonderlijk gescand en uit die 7400 beelden werd een ruimtelijk plaatje gemaakt.

Bron: Der Spiegel

Algenproef mislukt

Het Nederlandse chemische bedrijf Akzo Nobel heeft proef met algen in het chemiepark Delfzijl stopgezet, waarbij het de bedoeling was er achter te komen of algen geschikt zijn als grondstof voor verven of biobrandstoffen. Het bleek dat technisch gezien de algen niet ’teleurstelden’, maar dat de kosten niet opwogen tegen de opbrengsten .
Het bedrijf zegt dat de kennis die de proef heeft opgeleverd over het gebruik van algen in verven en chemische producten zeer waardevol is. Het bedrijf verwacht in de toekomst wel algen te gaan gebruiken. Wat is dan duister want Akzo mikte wel degelijk op algen als uitgangsstof voor coatings (zie op blz 13 van dit Akzo-document).

Bron: Rtv-Noord

Chemie in actie betrapt

Molecuul direct in beeld Scheikundigen en natuurkundigen van de Universiteit van Californië in Berkeley, de universiteit van San Sebastian in Spanje en het Lawrence Berkeley National Laboratory hebben met behulp van een atoomkrachtmicroscoop een chemische reactie ‘in actie’ betrapt. Echt in actie was het niet, omdat er een plaatje werd gemaakt voor en na. Op de met de microscoop gemaakte afbeeldingen zouden, voor het eerst, niet alleen de atomen zijn te onderscheiden, maar ook de verbindingen tussen de atomen. Daarmee is direct de structuur van de moleculen te ‘zien’. Tot nu toe moesten scheikundigen de molecuulstructuur afleiden uit spectrogrammen.
Met deze nieuwe techniek zal het voor scheikundigen makkelijker worden te achterhalen hoe het reactiemechanisme in elkaar steekt, waardoor het makkelijker wordt de ‘juiste’ weg naar een beoogd product te vinden. Dat is van grote betekenis, want bij veel reacties tasten chemici in het duister waar het gaat om de manier waarop een chemische reactie verloopt. Assistent-hoogleraar scheikunde Felix Fischer, een van de onderzoekers, noemt de nieuwe techniek ‘baanbrekend’. “Hier hebben we een techniek in handen waarmee we kunnen zien hoe het molecuul er uit ziet.” Fischer ontwikkelt nanostructuren van de koolstofvorm grafeen die ongewoon kwantumgedrag vertonen, waardoor die mogelijk nuttig kunnen zijn voor nano-elektronische componenten.
Contactloze atoomkrachtmicroscoop Hij loopt daarbij regelmatig tegen het probleem aan dat hij niet weet hoe een gemaakte structuur er uit ziet. Samen met atoomkrachtmicroscoopspecialist Michael Crommie ontwikkelde hij een methode om de reactie ‘live’ te volgen. Daartoe koelden ze het reactieoppervlak af tot 4°K (zo’n -270°C). Ze plakten een koolstofmono-oxidemolecuul op de tip van de taster om zo, zonder de moleculen aan te raken, een plaatje ervan te maken. Eigenlijk moeten we het dan hebben over een rastertunnelmicroscoop, omdat bij een atoomkrachtmicroscoop de taster wel degelijk over het oppervlak gaat, maar deze techniek wordt toch contactloze atoomkrachtmicroscopie genoemd. Ze maakten bij 4°K een plaatje van het uitgangsmolecuul. Verwarmden het oppervlak om de reactie te laten plaatsvinden en koelden weer naar 4 graden Kelvin om een plaatje van het eindproduct te maken. “Je beperkt wel de reactiviteit door de reactie aan het oppervlak te laten plaatsvinden”, stelt Fischer, ” maar het biedt je het voordeel dat je afzonderlijke moleculen kunt bekijken. Uiteindelijk willen we nieuwe oppervlaktechemie ontwikkelen om qua opbouw zeer geordende structuren op oppervlakken te kunnen bouwen, voor, bijvoorbeeld, elektronische componenten, of logische poorten van koolstof.”

Bron: Universiteit van Californië, Berkeley (& foto’s)

Er groeit een achtste continent

Meer van Genève is vervuild met kunststof Een tiende deel van de wereldproductie van kunststoffen eindigt in de oceanen. Er ontstaan in die oceanen steeds grotere kunststofeilanden, maar iets soortgelijks gebeurt ook in de zoetwatermeren vlak om de hoek, zo meldt Futura-Sciences. Het meer van Genève, het grootste natuurlijke meer van West-Europa, blijkt ernstig vervuild met kunststofafval. Volgens Futura-Sciences is dat meer net zo vervuild vervuild als de Middellandse Zee. Een onderzoek van de polytechnische school in Lausanne heeft aangetoond dat het meer aanzienlijke hoeveelheden stukjes kunststof (< 5 mm) bevat. De onderzoekers visten met een net met mazen kleiner dan 5 mm en kwamen vooral polystyreenbolletjes, duroplasten en plastic vistuig tegen. Ook onderzochten ze de maaginhoud van vogels en vissen. De kleine kunststofdeeltjes worden ingeslikt door vissen en vogels. Daardoor zouden wereldwijd, vooral in de oceanen, zo’n 250 diersoorten in hun voortbestaan worden bedreigd.
De gevonden kunststofvervuiling in een meer tussen twee landen die, zeggen, hun uiterste best te doen het milieu zo min mogelijk te belasten met afvalstoffen is opmerkelijk. Het zou inhouden dat de situatie in andere zoetwaterreservoirs nog veel slechter is.
Grofweg komt 80% van de kunststofvervuiling via de rivieren. De rest komt direct in het water terecht. De onderzoekers gaan nu ook de rivieren in Zwitserland aan een onderzoek onderwerpen, om te kijken of de kunststofvervuiling van het Meer van Genève een geïsoleerd geval is of wijst op een knooppunt in een vervuilingsketen.

Bron: Futura-Sciences

Kloondiscussie laait op

De Duitse stamcelexpert Oliver Brüstle
Het bericht dat in Amerika uitgaande van een huidcel via klonen embryonale stamcellen zijn geproduceerd heeft in Duitsland de discussie over de (on)wenselijkheid van klonen weer doen oplaaien, zo blijkt uit reacties op dat nieuws in Der Spiegel-online. Opvallend is dat de meeste reageerders op het artikel van Nina Weber positief staan tegenover het klonen. Even opvallend is het commentaar van Oliver Brüstle, in Webers artikel aangehaald als dé Duitse stamcelexpert, die het onwaarschijnlijk acht dat de door Mitalipov geproduceerde embryonale stamcellen ooit zullen worden ingezet voor therapeutisch gebruik. Daarvoor zou eerst een embryo moeten worden ontwikkeld, is zijn verhaal, en dan zijn we, wat de discussie betreft, weer terug bij AF. In Nederland lijkt nauwelijks iemand zich druk te maken over klonen.

Bron: Der Spiegel

Blind oog

Hoe komt het toch dat ook deskundigen blind blijven voor een oplossing die vlak voor hun neus ligt, vroeg de Engelse psycholoog Gordon Rugg zich af en schreef er samen met journalist en schrijver Joseph d’Agnese een boek over, “De blinde vlek” (Blind spot). Mensen, ook deskundigen niet, zijn niet goed in redeneren. Ze maken fouten. Een zelfs als ze goed redeneren is het nog de vraag of ze de juiste vragen stellen. Rugg ontwierp, samen met anderen, vier gereedschapskisten met methoden om die fouten op te sporen: kist 1 in de gegevensverzameling, kist 2 in de presentatie van de informatie, kist 3 het opsporen van fouten in de redeneringen en kist 4 om fouten, zo veel mogelijk, te voorkomen. De zoekverbeelder (search visualizer) is een product van dat project en met dat simpele middel schijnt Rugg al tot aardige conclusies te zijn gekomen door teksten door te vlooien over, om maar wat te noemen, geslachtsafhankelijk taalgebruik bij Shakespeare.
Zijn gereedschapskisten toetste hij aan een intrigerende noot die al meer dan 100 jaar niet te kraken bleek: een boek dat in een onbekend letterschrift is geschreven en dat in handen kwam (?) van de Poolse revolutionair en antiquair Wilfrid Voynich en die in 1912 met het naar hem genoemde mysterieuze manuscript op de proppen kwam. Het zou een, naar datering van het perkament waarop het geschreven is, vijftiende-eeuws boek zijn. Talrijke ook beroemde codedeskundigen zoals de Amerikaans-Russische cryptograaf Wolf/William Friedman beten hun tanden stuk op het manuscript. Was het een taal, was het code of gewoon flauwe kul? Niemand heeft tot nu toe een antwoord op die vragen kunnen geven. Met zijn gereedschapskisten had Rugg al na een paar weken door, meldt hij trots, dat wat op een complexe constructie leek, simpelweg te doen was met een stuk papier, een pen en een pennenmesje (zie plaatje). De conclusie ligt dan voor de hand dat het boek tijdvretende kul is, misschien wel van de hand van Vojnitsj zelf. Wie zal het zeggen.

Met zoekverbeelder zijn simpel patronen te herkennen in het VoynichmanuscriptMet ‘search visualizer’ zijn simpel complexe patronen te herkennen in het Voynichmanuscript

Leuk, maar niet echt de oplossing van een wereldprobleem. Kan hij ook ‘aardser’ zaken te lijf met zijn gereedschapskisten? Hij heeft er een heel boek over geschreven, dus er moet meer zijn dan het Vojnitsmanuscript, maar hij noemt vast al als aankeilertje de herbeoordeling die Sue Gerrard schreef over de manier waarop deskundigen kijken naar autisme. Ik ben benieuwd hoe de rest van Ruggs gereedschapskisten er uit zal zien. Toch niet een tweede (?) Voynichmanuscript?

Bron: Alpha Galileo

Bacterie succesvol tegen alvleesklierkanker

Listeria-bacterie blijkt kankerceldoder (foto bdw) Het blijkt dat een radioactief gemaakte bacterie, Listeria monocytogenes, effectief kan zijn in de strijd tegen alvleesklierkanker. Alvleesklierkanker is een sluipende moordenaar die meestal al sterk is uitgezaaid voordat die wordt ontdekt. Proeven met muizen toonden dat de afgezwakte vorm van deze bacterie een voorkeur hebben voor de uitzaaiingen en met hulp van hun radioactieve ‘lading’, bestaande uit een kortlevend renium-isotoop, 90% daarvan doodden. Zelfs Listeria-bacteriën zonder radioactieve lading bleken in staat de helft van de kankercellen te doden. De bacteriën hadden kennelijk geen last van hun voor kankercellen dodelijke lading (dat was uiteraard eerst uitgeprobeerd).
Eerder zijn methodes beproefd om gericht kankercellen te doden met behulp van antilichamen als ’taxi’, maar in de praktijk bleek die methode niet te werken. Volgens onderzoeksleider Wilber Quispe Tintaya van het Albert Einstein-college in New York is voor het eerst aangetoond dat kankercellen op deze manier gericht kunnen worden gedood. Het bleek dat, na behandeling, uitzaaiingen een vier tot vijftien maal hogere dosis radioactiviteit hadden dan gezonde weefsels. Volgens Quispe kan het resultaat van deze proeven een mijlpaal worden in de bestrijding van de meedogenloze alvleesklierkanker.

Bron: bdw

Arseen in bier aangetroffen

Het bericht komt uit Duitsland en is nogal alarmerend: er zijn aanmerkelijke hoeveelheden arseen in bier aangetroffen. Microscoopopname van kiezelgoerDe Wereldgezondheidsorganisatie heeft voor arseen in drinkwater een grens van 10 µg per liter aangenomen. Het Duitse bier overschreed die grens regelmatig terwijl dat schone drinkwater toch als basis voor het gerstennat diende. Overigens is in meer landen een te hoog arseengehalte in bier aangetroffen.
Lang was onduidelijk waar dat arseen, overigens geen zeldzaam element, vandaan kwam. Nu blijkt uit onderzoek aan de universiteit van München dat het voor klaring gebruikte filtermateriaal de boosdoener is. Daarvoor wordt kiezelgoer gebruikt, een zeer poreus materiaal dat in basis uit silciumoxide (zand) bestaat, maar kennelijk ook aardig wat van het giftige arseen bevat.
Bron: bdw

Huidcel, wordt hersencel (bij apen)

Geïmplanteerde hersencel
De geïmplanteerde hersencellen hadden zich na zes maanden volledig normaal ontwikkeld te hebben, zo bleek uit opnamen met een fluorescentiemicroscoop

Uitgaande van volwassen huidcellen, via ‘omprogrammering’ omgevormd tot pluripotente stamcellen, heeft een onderzoeksgroep van de universiteit van Wisconsin onder leiding van prof. Su-Chun Zhang hersencellen gevormd, die in de eigen hersenen van drie rhesusapen werden ingebracht. Daar ontwikkelden de hersencellen zich tot volwassen hersencellen als neuronen of gliacellen, zo bleek uit opnamen zes maanden na de transplantatie. De ingebrachte hersencellen waren kenbaar aan hun afwijkende fluorescentie-eigenschappen. Omdat het om ‘lichaamseigen’ cellen ging, traden er geen afweerreacties op. Ook zouden zich geen kankercellen hebben ontwikkeld, zoals normaal gesproken nogal eens voorkomt bij stamceltransplantaties. De transplantatie is uitgevoerd met behulp van MRI-technieken. De drie rhesusaapjes die nieuwe hersencellen kregen toegediend, hadden een laesie in de hersens die verantwoordelijk is voor de ziekte van Parkinson.
Hoewel de transplantatie veelbelovend was heeft die nog niet bewezen dat op deze wijze hersenaandoeningen kunnen worden gerepareerd. Er werden te weinig cellen ingebracht om de dopamine-aanmakende cellen (mensen met de ziekte van Parkinson hebben een tekort aan dopamine) te vervangen en de bewegingen van de aapjes werden er niet beter op. Volgens Zhang zal eerst moeten worden bewezen dat met deze techniek ook daadwerkelijk de neurologische aandoening kan worden gekeerd. Ook de veiligheid van de ingreep moet buiten kijf zijn. Het ziet er niet naar uit dat deze techniek snel bij mensen zal worden toegepast.

Bron: Futura-Sciences

 

KIT ontwikkelt kwantumsensor

KwantumsensorAan het Karlsruher instituut voor technologie (KIT) is een sensor ontwikkeld, waar, in principe, op kwantumniveau metingen mee kunnen worden verricht. Bij dit onderzoek is samengewerkt met instituten uit Frankrijk. De uiterst minuscule sensor bestaat uit twee metaalelektroden op zo’n 1 mikrometer (eenduizendste millimeter) van elkaar, die verbonden zijn door een koolstofnanobuisje. In dat buisje is een organisch molecuul gestopt dat een magnetisch metaalatoom bevat. Het buisje wordt in trilling gebracht. Een extern magneetveld beïnvloedt die trilling en daarmee de geleidbaarheid van het nanobuisje. Op die manier zou het omslaan van een elektronspin kunnen worden gedetecteerd.
Die sterke wisselwerking tussen een magnetische spin en een trilling, zou de sensor geschikt maken voor een aantal interessante toepassingsgebieden, zo verwacht het KIT. Zo zou de massa van afzonderlijke moleculen kunnen worden gemeten of zouden magnetische krachten in de nanowereld kunnen worden bepaald. Ook denken de onderzoekers als toepassing aan kwantumbits, de basiseenheid in een kwantumcomputer.
In een artikel in Nature Nanotechnology onderstrepen onderzoeksleider Mario Ruben en medewerkers het belang van dergelijke ontwikkelingen in de kwantumwereld, waarmee nanoeffecten in de wereld van alledag zouden kunnen worden gebruikt. De koppeling van elektronspin, draaiing en trilling zou tot toepassingen kunnen leiden die geen ekwivalent hebben in de macrowereld, zo speculeren de onderzoekers.
Bron: Alpha Galileo