2012 was een jaar van extreme weersomstandigheden. In de VS was het een nat jaar met hittegolven, in Engeland viel een record aan neerdslag, in Australië, Kenya, Somalië en Japan kwamen heftife regenbuien voor, droogte in Spanje en overstromingen in China. Amerika werd opgeschrikt door de ‘superstorm’ Sandy.
Is zo’n jaar een toevalstreffer of heeft de klimaatverandering daar iets mee van doen?, is dan meteen de vraag. In een rapport in het bulletin van de Amerikaanse meteorologische vereniging (pdf-bestand), gaan onderzoekers van Amerikaanse instituut voor oceanografisch en atmosferisch onderzoek (NOAA) in op die vraag. Ze bestudeerden 20 studies van 12 extreme weerssituaties in 2012 en kwamen tot de conclusie dat ongeveer de helft van de gebeurtenissen duidelijk te maken heeft met de door de mens veroorzaakte klimaatverandering, zo stelt Thomas Karl van NOAA. Volgens Peter Scott van het Britse weerinstituut tonen de studies aan dat de door de mens uitgehaalde klimaatverandering de kans op extreem weer vergroot. Zo bereikte in september vorig jaar het Noordpoolijsoppervlak met 3,4 miljoen vierkante kilometer zijn, voorlopige, laagterecord. Twee dagen uitzonderlijke regenval in december 2011 (niet 2012 dus) op Zuideiland (Nieuw-Zeeland) leidde tot grote aardverschuivingen, die hooguit een keer in de 500 jaar voorkomen. De totale hoeveelheid vocht die daarmee gemoeid was, was 1 tot 5% hoger door antropogene broeikasgasemissies. De orkaan Sandy brak 16 records. De storm viel samen met hoogtij in New York maar de effecten zullen door zeespiegelstijging in de toekomst ernstiger zijn, zodat het in de rede ligt dat er vaker dan in het verleden ‘Sandy’s’ zullen zijn.
Bron: Science