De redactie van het blad Food and Chemical Toxicology heeft het artikel teruggetrokken van de onderzoeks-groep rond de Franse onderzoeker Gilles-Eric Séralini over de schadelijkheid voor ratten van gemmaïs. Het artikel veroorzaakte nogal wat opschudding doordat uit dat onderzoek zou zijn gebleken dat genmaïs NK603 kanker zou kunnen veroorzaken. Het kreeg al meteen veel kritiek, omdat het onderliggende onderzoek het methodologisch nogal zwak in elkaar zou steken . Lees verder
Tag archieven: genmaïs
Afrikaanse nachtuiltjes al na zes jaar resistent voor genmaïs
Bt-genmaïs is genetisch zo veranderd dat die zijn eigen pesticide, Bt (naar de ‘bijbehorende’ bacterie Bacillus thuringiensis), produceert. Dat is handig, want dan hoeft de boer niet (zo veel) te spuiten met bestrijdings-middelen. De natuur gaat echter zijn eigen gang. Onderzoekers van het Franse instituut IRD hebben ontdekt dat nachtuiltjes van de soort Busseola fusca al na zes jaar resistentie hebben opgebouwd tegen Bt.
Bt leek erg effectief. De Europese maïsboorder, zijn mediterrane familielid en de bladhaantjes, alle belagers van deze genmaïs legden het loodje. Daar hebben die belagers nu al een antwoord op: ze hebben geen last meer van het ‘ingebouwde’ gif. Grappig is dan dat de oplossing die wordt voorgesteld is om maïs dat niet genetische gemanipuleerd is te zaaien in de buurt van het genmaïs, in de hoop dat de niet-resistente insecten blijven bestaan. Alleen twee resistente ouders krijgen resistent nageslacht, zo was het idee, maar op de duur is ook dat natuurlijk geen oplossing. Zoals ook met andere bestrijdingsmiddelen, vinden insecten een genetische oplossing voor bestrijdingsmiddelen die er op gericht zijn ze te vernietigen, ingebouwd of niet.
Het is opmerkelijk dat al zes jaar na de introductie van Bt-maïs in Zuid-Afrika al Bt-resistente insecten opduiken. Om dat te verklaren hebben onderzoekers resistente Zuid-Afrikaanse nachtuiltjes met Keniase nog niet resistente familieleden gekruist (de Bt-maïs is nog niet in Kenia beschikbaar). Het bleek, anders dan verwacht, dat de nakomelingen van die kruising ook resistent zijn. Resistentie is kennelijk een dominante eigenschap. Op de een of andere manier is het insect in staat het gif te ontgiften voordat het zijn verwoestende werk in zijn ingewanden doet. Ondertussen lijkt het uiterst dienstig om naar andere wegen dan genmanipulatie zoeken om maïs tegen insectenvraat te beschermen, zoals biologische bestrijdingsmethoden met giftige paddestoelen of boorwespjes die hun eitjes leggen in de larven van de insecten (hetgeen die larven niet overleven).
Bron: Alpha Galileo