Duizenden genvarianten beïnvloeden hersenstructuur en daarmee intelligentie

Hersens

De verschillende delen van de hersenschors. Frontale kwab wordt ook voorhoofdskwab genoemd (afb: WikiMedia Commons)

Intelligentie is behoorlijk erfelijk bepaald. Verschillend onderzoek heeft aangetoond dat duizenden allelen (genvariaties) met kleine effecten bijdragen aan de verschillen in intelligentie. Polygene scores (PGS), die deze effecten combineren tot één genetische, samenvattende maat, worden steeds vaker gebruikt om polygene effecten in onafhankelijke steekproeven te onderzoeken.
Terwijl de PGS een aanzienlijke deel van de variantie in intelligentie verklaart, is het nog grotendeels onbekend hoe de hersenstructuur en -functie deze relatie beïnvloeden. Mensen met een hogere PGS voor opleidingsniveau en intelligentie blijken ook hogere scores te hebben op cognitieve tests en een groter hersenoppervlak en dichtere vezelconnectiviteit. Zowel het aantal verbindingen tussen hersencellen als het oppervlak van hersengebieden bleken de relatie tussen PGS en cognitieve prestaties positief te beïnvloeden, zo constateerden de onderzoeksters rond Dorothea Metzen van de Ruhruniversiteit in Bochum. Lees verder

Mensen die op elkaar lijken hebben veel DNA gemeen

Dubbelgangers

Onverwante dubbelgangers uit het archief van een Canadese fotograaf (afb: François Brunelle)

Niet verwante dubbelgangers hebben veel genetische varianten gemeen. zo blijkt uit onderzoek. Dat geldt niet per se voor het epigenoom (welke genen actief en niet-actief zijn) en de darmflora, stelt Manel Esteller van het Josep Carreras-instituut voor leukemie in Barcelona. “Stukken van hun genoom hebben ze gemeen en de rest is verschillend”, maar lang niet altijd. Lees verder