Vroeger leerde je op school dat de resolutie van lichtmicroscopen bepaald werd door de golflengte van het gebruikte licht. Voorwerpen kleiner dan 3, 400 nm zijn daarmee niet waar te nemen (de zogeheten diffractielimiet), maar met allerlei trucs was die limiet wel te omzeilen. Daarnaast zijn er allerlei andere typen microscopen die niet met licht werken zoals de elektronen- of atoomkrachtmicroscoop. Toch blijft de lichtmicroscoop belangrijk omdat je daarmee dingen kunt waarnemen die met de niet-lichtmicroscoop moeilijk of helemaal niet te ‘zien’ zijn. Met de modernste lichtmicroscopen kun je nu virussen, eiwitten en zelfs losse moleculen zien, maar ook die hebben hun grenzen. Daar wordt nu aan gesleuteld door de ontwikkeling van een microscoop die werkt met fotonen (lichtdeeltjes) en de tweede harmonische (boventoon) en die ons een inkijkje zou (kunnen) gunnen in de processen van een (levende) cel. Lees verder
Multifotonmicroscoop nog beter met boventoon
Beantwoorden