“Uw auto wordt niet meer ondersteund” Helaas pindakaas

Ubuntutelefoon

Ubuntutelefoon had een moeizame start maar waar is die gebleven? (afb: tweakers.net)

Jasper van Kuijk snijdt in de Volkskrant een (on)aardig aspect aan van al die zogenaamd ‘slimme’ technologie: de programmatuur waarmee die werkt moet regelmatig worden bijgewerkt. Dat gebeurt een tijdje en dan houdt het op. We accepteren die ongein als het om computer- of telefoontoepassingen, maar hoe zit dat met producten die een aanzienlijk langere levensduur hebben: televisies en auto’s? Van Kuijk had een luidspreker (Samsung) in de keuken staan die ineens niet meer met zijn telefoon (Apple). Die speaker is vier jaar oud. Hoe slimmer het product, hoe korter de levensduur, zegt hij. Lees verder

Energie uit de lucht (gegrepen?)

Lord Drayson en de vrije energie

Lord Drayson met zijn door Freevolt gevoedde vervuilingsmeter (foto: BBC)

Er waart overal om ons heen energie in de vorm van elektromagnetische,  (radio)golven voor van alles en nog wat. Daarmee zou, bijvoorbeeld, laagenergetische toepassingen als het internet-der-dingen gevoed kunnen worden, denkt de Engelse lord Drayson. Een antenne en nog wat elektronica en je kunt oogsten.
Lees verder

Zo handig dat internet-der-dingen…toch?

Internet-der-dingen

De koelkast bestelt melk bij Appie…

Het ziet er allemaal zo vrolijk uit, dat mooie kastje met beeldscherm aan je muur die je hele binnenklimaat in de gaten houdt. Vette kans is dat dat kastje onderdeel uitmaakt van het internet-der-dingen, internet waarbij niet mensen verbonden zijn of mensen met webkonterfeitsels als webwinkels, -stekken, -zoekmachines, maar machines met machines. Elektriciteitsmaatschappijen willen je graag aan de slimme meters. Ja hoor, internet-der-dingen. Het zal niet bij de slimme thermostaten stoppen. Koelkasten, cv’s, hele huizen, ze zullen aan elkaar geknoopt worden via internet. Zo handig. Lees verder

‘Mierenradio’ krijgt energie van radiogolven

'Mierenradio'

De ‘mierenradio’ op een Amerikaanse cent.

Ingenieurs van de universiteit van Californië in Berkeley en van de Stanford-universiteit hebben een radio (zender/ontvanger) ontwikkeld ter grootte van een mier. Dat soort zender/ontvangers zijn er al, bijvoorbeeld voor het volgen van de winkelvoorraad, maar die zenden en ontvangen bij lagere frekwenties uit. Ze kunnen een hoop informatie tegelijkertijd versturen, maar daarvoor hebben ze een relatief grote antenne nodig, die apart gemaakt en met de rest verbonden moet worden. De ‘mierenradio’ gebruikt het 24 gigahertzgebied voor zenden en 60 gigahertz voor zenden. Bij hogere frekwenties kun je met een kleinere antenne toe, die op de radiochip past. Daardoor is ook de hoeveelheid energie die de mierenradio nodig heeft gering. Die haalt het radiootje uit de signalen die het toestelletje ontvangt. Lees verder